Ziekenhuiskeuzehulp
Help mee!
Met jouw hulp kunnen we de Ziekenhuishulp blijven verbeteren.
Geef in 5 minuten jouw mening.
Het UMC Utrecht en de zorg voor slokdarmkanker en maagkanker
Als kankerpatiëntenorganisatie (NFK en SPKS Leven met maag- of slokdarmkanker) vinden we dat het UMC Utrecht het heel goed doet als we kijken naar kenmerken van expertzorg voor slokdarmkanker en maagkanker. Het ziekenhuis is heel gespecialiseerd in de zorg voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker. Het ziekenhuis ziet veel mensen met slokdarmkanker en maagkanker. Het ziekenhuis doet het heel goed als we kijken naar deelname aan wetenschappelijk onderzoek en zorg volgens richtlijnen. Het ziekenhuis doet het goed als we kijken naar behandelingen en de resultaten ervan. Het biedt meer mensen een operatie aan die kans op genezing biedt, ook als zij een grotere kans hebben op complicaties. Het UMC Utrecht doet het heel goed op het gebied van het zorgaanbod voor mensen met slokdarmkanker of maagkanker. De ervaringen van patiënten met deze zorg zijn goed.
Kenmerken van expertzorg
Mate van specialisatie
Het ziekenhuis is heel gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker.
Wetenschappelijk klimaat en zorg volgens richtlijnen
Het ziekenhuis doet het op het gebied van wetenschappelijk klimaat en zorg volgens richtlijnen ervan heel goed.
Behandelingen en de resultaten ervan
Het ziekenhuis doet het op het gebied van behandelingen en de resultaten ervan goed.
Zorgaanbod
Het ziekenhuis doet het op het gebied van het zorgaanbod voor mensen met slokdarmkanker of maagkanker heel goed.
Ervaringen van patiënten
De ervaringen van patiënten met deze zorg zijn goed.
Ziekenhuisprofiel door het ziekenhuis zelf aangeleverd
Het UMC Utrecht maakt deel uit van RAKU (Regionaal Academisch Kankercentrum Utrecht), een oncologisch netwerk voor slokdarm- en maagkanker. RAKU is onderdeel van Oncomid. De betrokken zorgverleners uit de RAKU-ziekenhuizen vormen eén sterk en verbonden team voor slokdarm- en maagkankerzorg in de regio midden-Nederland. De zorgverleners werken over de muren van ziekenhuizen met elkaar samen op het gebied van zorg én onderzoek. Er zijn afspraken over de inrichting van het zorgpad en behandelingen worden hetzelfde uitgevoerd.
Deze bundeling van kracht en kennis van de gespecialiseerde experts van meerdere ziekenhuizen leidt tot korte lijnen, gezamenlijke kennisontwikkeling en betere resultaten in patiëntenzorg, onderzoek en innovatie. De samenwerking is gelijkwaardig. Zo blijft kennis en kunde niet beperkt tot één ziekenhuis, groeien de zorgverleners als individuen en als team waardoor de kwaliteit in de hele regio omhoog gaat. Dat draagt bij aan de hoogwaardige zorg voor patiënten.
Het UMC Utrecht wil zoveel mogelijk mensen met maag- of slokdarmkanker een kans op genezing bieden. Ook aan mensen met bijvoorbeeld grote tumoren of beperkt uitgezaaide kanker. Met een team dat gespecialiseerd is in het behandelen van deze mensen, krijgen meer mensen een kans op genezing. Bij deze mensen is de kans op complicaties wel groter dan gemiddeld. In het UMC Utrecht worden patiënten hierover goed geïnformeerd en wordt gezorgd voor een zorgvuldig besluitvormingsproces samen met de patiënt.
Informatie over samenwerking
Het UMC Utrecht is een referentiecentrum voor andere ziekenhuizen en voert tweede meningen uit. Dit betekent dat patiënten uit de regio door hun huisarts of medisch specialist verwezen kunnen worden naar dit ziekenhuis voor de gehele slokdarmkankerzorg en maagkankerzorg.
Het ziekenhuis werkt samen op zowel nationaal als op internationaal niveau op het gebied van: de zorg aan patiënten met slokdarmkanker of maagkanker, wetenschappelijk onderzoek en opleidingen. Het ziekenhuis werkt samen in het oncologisch netwerk RAKU, onderdeel van Oncomid. Dit betekent dat er tussen de ziekenhuizen UMC Utrecht, St. Antonius Ziekenhuis, Diakonessenhuis, Meander Medisch Centrum, Ziekenhuis Rivierenland en RIVAS Beatrixziekenhuis afspraken zijn over het Multidisciplinair Overleg, dat de protocollen zijn gesynchroniseerd, dat er een concentratie is van zorg en dat er verwijsafspraken zijn. Gelre Ziekenhuis en de radiotherapeut van het Isala Ziekenhuis sluiten aan bij de regionale patiëntenbespreking via het multidisciplinaire overleg (MDO) voor het bespreken van complexe patiënten.
Artsen en verpleegkundig specialisten van het UMC Utrecht, St. Antonius Ziekenhuis, Diakonessenhuis, Meander Medisch Centrum, Ziekenhuis Rivierenland en het RIVAS Beatrixziekenhuis werken als één regionaal team samen binnen het RAKU-netwerk, dat onderdeel is van Oncomid.
De RAKU-ziekenhuizen hebben hun kennis en ervaring gebundeld zodat de beste behandelmogelijkheden beschikbaar zijn. De ziekenhuizen delen operatieteams en speciale robotapparatuur. Ook doen de ziekenhuizen samen onderzoek naar nieuwe behandelingen. De ziekenhuizen hebben de volgende zorgonderdelen geconcentreerd in het UMC Utrecht:
• Gezamenlijk MDO
• Post-MDO-poli: mogelijkheid voor patiënten om, indien van toepassing, in 1 bezoek de voorgestelde behandeling met meerdere medisch specialisten (bijvoorbeeld radiotherapeut, medisch oncoloog, chirurg, MDL-arts) te bespreken.
• Operaties en radiotherapie
• Controles in eerste drie maanden na de operatie
• Chemoradiotherapie wordt toegepast in UMC Utrecht en St. Antonius ziekenhuis
De patiënt kan het volgende verwachten:
• Het eerste gesprek vindt plaats in het ziekenhuis waar de patiënt als eerste is binnengekomen;
• De patiënt krijgt een vast contactpersoon voor het gehele behandeltraject;
• De persoonlijke situatie wordt door diverse medisch specialisten uit alle ziekenhuizen besproken. De medisch specialisten leggen de best passende behandeling – ook gelet op zijn/haar conditie – voor aan de patiënt tijdens het aansluitende polikliniekbezoek in het UMC Utrecht.
• Nabehandeling vindt indien mogelijk plaats in het ziekenhuis waar de patiënt als eerste is binnengekomen;
• Deel van specialisten werkt over de muren van RAKU-ziekenhuizen heen;
• Afgestemde protocollen: geen verschil in behandelvoorstellen binnen RAKU-centra;
• Iedere patiënt wordt minimaal 1 keer op gezamenlijk MDO besproken, zo nodig vaker.
UMC Utrecht
UMC Utrecht werkt in een samenwerkingsverband met Sint Antonius ziekenhuis, Meander Medisch Centrum, het Diakonessenhuis, Ziekenhuis Rivierenland, RIVAS Beatrixziekenhuis en Ziekenhuis Gelderse Vallei (Regionaal Academisch Kankercentrum Utrecht (RAKU)).
Mate van specialisatie
Het ziekenhuis is heel gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker. De zorgverleners voor diagnostiek zijn voor een groot deel gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker. De zorgverleners voor behandeling zijn allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker. Het UMC Utrecht ziet veel nieuwe patiënten met slokdarmkanker of maagkanker. Artsen uit andere ziekenhuizen vragen de artsen van dit ziekenhuis om advies bij diagnosestelling en behandeling.
Bij de zorg voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker zijn veel verschillende medische specialismen betrokken. Het ziekenhuis kan ervoor kiezen om een (klein) deel van alle artsen binnen zo’n specialisme zorg te laten leveren voor slokdarmkanker en maagkanker. Wij zien dat als een onderdeel van specialisatie. Het UMC Utrecht heeft dit vergaand gerealiseerd voor 6 van de 7 betrokken specialismen.
Een ander onderdeel van specialisatie is dat de artsen die slokdarmkankerzorg en maagkankerzorg leveren, hier ook veel tijd en aandacht voor hebben. Bijvoorbeeld doordat zij ten minste de helft van hun tijd aan slokdarmkanker en maagkanker besteden óf doordat zij maximaal 3 kankersoorten (of andere ziektes) als aandachtsgebied hebben. Wij noemen hen dan gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker. Hieronder wordt per specialisme beschreven in hoeverre dit geldt voor de artsen in het UMC Utrecht.
Diagnostiek
In het UMC Utrecht doen de volgende artsen diagnostiek voor slokdarmkanker en maagkanker:
2 MDL-artsen, beiden gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker;
5 radiologen, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker;
6 nucleair geneeskundigen, allen gespecialiseerd in de oncologie;
3 pathologen, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker.
Behandeling
In het UMC Utrecht doen de volgende artsen behandelingen voor slokdarmkanker en maagkanker:
3 chirurgen, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker;
4 internist-oncologen, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker;
4 radiotherapeuten, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker.
De 3 verpleegkundig specialisten in het team die vast aanspreekpunt zijn voor de patiënten leggen zich allen toe op begeleiding van en zorg aan patiënten met slokdarmkanker of maagkanker.
Het ziekenhuis is een referentiecentrum voor alle zorg voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker. Deze functie heeft het voor 5 ziekenhuizen in de regio Midden-Nederland. Het voert second opinions (tweede meningen) uit voor patiënten uit andere ziekenhuizen, ook buiten Midden-Nederland.
Het aantal mensen dat in de periode 2019-2021 in het UMC Utrecht is gediagnosticeerd met en/of behandeld voor slokdarmkanker of maagkanker is groot (220,3 patiënten per jaar). Het landelijk gemiddelde was 55,8 patiënten.
Het UMC Utrecht voerde in de periode 2019-2021 jaarlijks gemiddeld de volgende operaties voor slokdarmkanker of maagkanker uit:
- 60,7 operaties voor slokdarmkanker. Het landelijk gemiddelde was 50,0.
- 29,7 operaties voor maagkanker. Het landelijk gemiddelde was 26,5.
- 90,3 operaties voor slokdarmkanker of maagkanker samen. Dat zijn er veel. Het landelijk gemiddelde was 70,1.
- 3,0 operaties voor slokdarmkanker bij patiënten die al eerder behandeld waren (salvage-operaties). In heel Nederland werden er in deze periode gemiddeld 22 salvage-operaties per jaar gedaan.
Het ziekenhuis behandelde per jaar voor slokdarmkanker of maagkanker (in de periode 2019-2021):
- Gemiddeld 114,7 patiënten met radiotherapie als eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 92,4.
- Gemiddeld 77,7 patiënten met chemotherapie (met of zonder radiotherapie) als eerste behandeling. Dat aantal is hoog. Het landelijk gemiddelde was 29,5.
De groep patiënten die het ziekenhuis bedient kan verschillen tussen ziekenhuizen. Daarom geven we hier informatie over de mensen bij wie de diagnose is gesteld of die zijn geopereerd in het ziekenhuis ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Leeftijd
Als we kijken naar leeftijd, zien we de volgende gemiddelde waardes per jaar in de periode 2019-2021:
- Totaal aantal 75+:
9,3 van de 43,0 mensen bij wie de diagnose slokdarmkanker of maagkanker diagnose is gesteld waren 75 jaar of ouder (21,7%). Het landelijk gemiddelde was 20,6 van de 55,8 patiënten (36,9%).
- Geopereerde 75+:
16,3 van de 90,7 mensen die zijn geopereerd voor slokdarmkanker of maagkanker waren 75 jaar of ouder (18,0%). Het landelijk gemiddelde was 13,9 van de 64,8 patiënten (21,5%).
Stadium van de ziekte
Als we kijken naar het stadium van de ziekte, zien we de volgende gemiddelde waardes per jaar in de periode 2019-2021:
- Stadium T4B (meestal niet geopereerd):
6,3 van de 90,7 mensen die voor slokdarmkanker of maagkanker zijn geopereerd, hadden een naar een ander orgaan doorgegroeide tumor (T4B), die meestal niet wordt geopereerd (7,0%). Het landelijk gemiddelde was 1,0 patiënten (1,5%).
- Stadium M1 (meestal niet geopereerd):
5,0 van de 90,7 mensen die voor slokdarmkanker of maagkanker zijn geopereerd hadden uitgezaaide kanker (M1) (5,5%). Het landelijk gemiddelde was 1,8 patiënten (2,7%).
Meerdere aandoeningen
Als we kijken naar de groep patiënten met één of meer andere ziekten (mensen met co-morbiditeit), zien we het volgende. Van de 46,0 mensen die geopereerd zijn voor maag- en slokdarmkanker weten we van 29,7 mensen of ze al dan niet één of meer andere ziekten hebben. In de periode 2019-2021 hadden in het UMC Utrecht gemiddeld per jaar:
- 48,0 van de 90,7 mensen die voor slokdarmkanker of maagkanker zijn geopereerd 1 of meer andere ziektes (52,9%). Het landelijk gemiddelde was 31,0 patiënten (49,1%).
- Het UMC Utrecht voert jaarlijks ongeveer 35 endoscopische resecties uit, waarbij de kanker (die nog in een vroeg stadium verkeert) endoscopisch en orgaansparend wordt behandeld. De slokdarm en maag worden dan niet verwijderd. Het UMCU is een Barrett-expertisecentrum.
- Mensen met T4-tumoren (uitgebreide kanker) worden vanuit andere ziekenhuizen verwezen naar het UMC Utrecht.
- Het UMC Utrecht heeft relatief veel ervaring met operaties van patiënten met grote tumoren (T4-tumoren), patiënten met beperkt uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker en patiënten met één of meer andere ziekten. Deze patiënten hebben minder kans op genezing en krijgen meestal een behandeling die gericht is op langer leven en op minder last van de ziekte. Het UMC Utrecht voert meer dan gemiddeld toch een behandeling uit die gericht is op genezen. Hiermee krijgen deze patiënten een kans om te genezen, maar hebben zij ook meer kans op complicaties van de behandeling. Deze complexe afweging bespreken de artsen van het UMC Utrecht met de patiënten.
- Het UMCU heeft ook een physician assistant in het multidisciplinaire team.
Als het hele team van zorgverleners gespecialiseerd is in een bepaalde vorm van kanker, dan is de kans het grootst dat de patiënt de best mogelijke zorg krijgt. Hiervoor kijken we hoeveel van hun werktijd zij besteden aan zorg voor een specifieke vorm van kanker. Verder kijken we of andere ziekenhuizen het team van dit ziekenhuis om advies vragen. En of andere ziekenhuizen patiënten verwijzen naar dit ziekenhuis, bijvoorbeeld voor behandeling of voor een tweede mening (second opinion) Het ziekenhuis is dan een ‘referentiecentrum’ voor andere ziekenhuizen.
We gebruiken verschillende soorten informatie voor dit kenmerk. De ziekenhuizen in deze keuzehulp delen deze informatie vrijwillig met ons. De informatie wordt door het ziekenhuis zelf aangeleverd of komt uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), die wordt beheerd door IKNL. Daarnaast gebruiken we openbaar beschikbare informatie van de Transparantiekalender, die beschikbaar is via Zorginzicht.nl.
Wetenschappelijk klimaat en zorg volgens richtlijnen
Het UMC Utrecht doet het heel goed als we kijken naar het totaalbeeld van ‘wetenschappelijk klimaat’ en ‘zorg volgens richtlijnen’. Het wetenschappelijk klimaat in het UMC Utrecht is heel goed. Het ziekenhuis werkt heel goed volgens de richtlijnen.
Het UMC Utrecht in Utrecht is verbonden aan de universiteit. Het ziekenhuis voert complexe zorg uit waar gespecialiseerde voorzieningen voor nodig zijn. Er wordt in dit ziekenhuis wetenschappelijk onderzoek gedaan, er worden artsen opgeleid en er worden nieuwe medische behandelingen ontwikkeld.
Deelname aan wetenschappelijk onderzoek (studies)
De patiëntenorganisatie vindt het belangrijk dat ziekenhuizen deelnemen aan studies. Deelname aan studies geeft patiënten soms een extra behandel-mogelijkheid, maar zorgt er ook voor dat het team gewend is om grondig en protocollair te werken. Aan de volgende landelijke studies konden alle ziekenhuizen meedoen: de TRAP-2-studie, de LyRICX-studie en de CRITICS-II-studie. Het slokdarmkanker- en maagkankerteam in het UMC Utrecht neemt deel aan de TRAP-2-studie, de LyRICX-studie en de CRITICS-II-studie. Het ziekenhuis neemt daarnaast deel aan veel klinische studies. Het team publiceert veel artikelen over de studies in wetenschappelijke tijdschriften (meer dan 150 artikelen in drie jaar).
Researchverpleegkundigen
Het ziekenhuis heeft 1 research-verpleegkundige voor ondersteuning bij studies naar slokdarmkanker en maagkanker. Daarnaast werken er doorlopend 6 tot 10
arts-onderzoekers mee aan onderzoeken voor slokdarm- en maagkanker. Zij voeren de taken van een research-verpleegkundige uit.
Zorgevaluatie door het ziekenhuis
Het UMC Utrecht vergelijkt de eigen resultaten van de slokdarmkanker- en maagkankerzorg met die van andere ziekenhuizen in het bijzijn van een patiëntvertegenwoordiger uit het eigen ziekenhuis.
Diagnostiek – Her2Neu-test
De richtlijn geeft aan dat als iemand voor uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker behandeld gaat worden met chemotherapie bestaande uit twee of drie middelen (doublet- of triplet-therapie), een Her2Neu-test moet plaatsvinden om te bepalen of toedienen van het middel trastuzumab bij de chemotherapie beter werkt. Van alle mensen die in de periode 2019-2021 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en in het UMC Utrecht zijn behandeld met doublet- of triplet-therapie is bij 92,6% een Her2Neu-test uitgevoerd. Dat aandeel was hoger dan het landelijk gemiddelde van 90,6%. Het UMCU heeft minder dan 30 (namelijk 27) patiënten behandeld met doublet- of triplet-therapie bij uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen. Het UMCU behandelt ook mensen die pas later uitgezaaide kanker krijgen. Dit betekent dat zij in praktijk meer mensen met uitgezaaide kanker behandelen met doublet- en triplet-therapie dan de hier genoemde 27.
Diagnostiek – Aantal verwijderde lymfeklieren
De richtlijn zegt dat de chirurg bij een operatie minimaal 15 lymfeklieren moet verwijderen. De patholoog moet namelijk minimaal 15 lymfeklieren onderzoeken om betrouwbaar vast te kunnen stellen of de kanker is uitgezaaid naar de lymfeklieren.
In de periode 2019-2021 verwijderde het UMC Utrecht 15 of meer lymfeklieren bij 98,3% van de operaties voor slokdarmkanker. Dit was veel meer dan het landelijk gemiddelde (97,0%).
In de periode 2019-2021 verwijderde het UMC Utrecht 15 of meer lymfeklieren bij 96,5% van de operaties voor maagkanker. Dat was veel meer dan het landelijk gemiddelde (92,9% ).
Behandeling – behandeling voorafgaande aan de operatie
Bij slokdarmkanker en maagkanker beveelt de richtlijn aan om alle mensen die men verwacht te kunnen genezen met een operatie, voorafgaande aan de operatie te behandelen met medicatie en/of radiotherapie. Uitzondering daarop zijn de mensen met een kleine tumor (T1 slokdarmkanker of T1 maagkanker).
- In het UMC Utrecht gebeurde dat in de periode 2019-2021 bij 87,4% van de slokdarmkankerpatiënten. Het landelijk gemiddelde was 96,9%.
- In het UMC Utrecht gebeurde dat in de periode 2019-2021 bij 76,5% van de maagkankerpatiënten. Dat was veel meer dan het landelijk gemiddelde (65,7,0%).
- Artsen uit het UMC Utrecht zijn betrokken bij nationale en internationale richtlijnen op gebied van maagkanker en slokdarmkanker.
- Verschillende artsen uit het UMC Utrecht hebben bestuursfuncties van landelijke werkgroepen, onderzoeksgroepen en opleidingen.
- Patiënten worden via het regionaal MDO van RAKU (onderdeel van Oncomid) verwezen voor studies binnen de regio.
- Er zijn artsen uit het UMC Utrecht /RAKU (onderdeel van Oncomid) betrokken bij landelijke en Europese expertpanels vanuit de farmaceutische bedrijven’ (Servier, Lilly, MSD, BMS, Roche).
- De NODE-trial is een bijzondere expertise van het UMC Utrecht /RAKU (onderdeel van Oncomid). De NODE-trial is een onderzoek waarbij patiënten met slokdarmkanker met een metastase in de halsklieren worden behandeld met een slokdarmoperatie en halsklierverwijdering, in samenwerking met de KNO-arts. Vanuit heel Nederland worden patiënten voor deze studie verwezen. Het is mogelijk dat deze behandeling een kans biedt op genezing. Dat moet nog blijken uit de resultaten.
- Het UMC Utrecht heeft een belangrijke nationale en internationale rol bij de toepassing van MRI-gestuurde radiotherapie als onderdeel van wetenschappelijk onderzoek en klinische zorg.
- Leden uit het UMC Utrecht /RAKU-team (onderdeel van Oncomid) initiëren landelijke studies en hebben een belangrijke rol in enkele grote (vroeg) klinische studies (de LyRICX-studie, de NODE-trial, de PRIDE-studie), de CARDIA trial, OMEC project en ROBOT 2 trial.
- Het neemt deel aan de POCOP, een landelijke registratie op het gebied van de ervaren gezondheid door patiënten (www.pocop.nl).
Wij vinden het belangrijk dat ziekenhuizen veel aan wetenschappelijk onderzoek doen. Wij denken dat het zorgt voor een cultuur van expertzorg. En dat alle patiënten daar voordeel van hebben. Als het team veel aan wetenschap doet, is het beter op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Ook is het team dan gewend om goed te werken volgens protocol en grondig te handelen als iets niet goed gaat. Ook biedt het team patiënten meer kansen om mee te doen aan experimentele behandelingen. Voor dit kenmerk kijken wij naar het aantal studies waar het ziekenhuis aan mee doet. Of ze zelf ook wetenschappelijke artikelen publiceren in internationale vakbladen. Of er een onderzoeksverpleegkundige (een research-verpleegkundige) in het team zit. Ook vinden wij het belangrijk dat het ziekenhuis werkt volgens de richtlijnen (dat zijn afspraken en regels voor artsen) voor diagnostiek en behandeling.
We gebruiken verschillende soorten informatie voor dit kenmerk. De ziekenhuizen in deze keuzehulp delen deze informatie vrijwillig met ons. De informatie wordt door het ziekenhuis zelf aangeleverd of komt uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), die wordt beheerd door IKNL. Daarnaast gebruiken we openbaar beschikbare informatie van de Transparantiekalender, die beschikbaar is via Zorginzicht.nl.
Behandelingen en de resultaten ervan
Het ziekenhuis doet het goed als we kijken naar behandelingen en de resultaten ervan. Het biedt meer mensen een operatie aan die kans op genezing biedt, ook als zij een grotere kans hebben op complicaties. Het aantal behandelingen in UMC Utrecht is hoog en daarom goed. De uitvoering van de zorg is daar heel goed. De uitkomsten van de zorg voor patiënten met slokdarmkanker die kunnen worden genezen is goed. De uitkomsten van de zorg voor patiënten met maagkanker die kunnen worden genezen is voldoende. In het UMC Utrecht zijn de uitkomsten van de zorg aan mensen die bij diagnose uitgezaaide kanker hadden goed.
Slokdarmkanker kan genezend worden behandeld door verwijdering van de slokdarm (buismaagoperatie) of door een combinatie van chemotherapie (medicijnen) en radiotherapie zonder of met slokdarmoperatie of door chemotherapie (medicijnen) gevolgd door een slokdarmoperatie.
Soms wordt besloten om deze behandelingen toch niet te doen, bijvoorbeeld omdat de kans op complicaties en gevolgen van de behandeling voor de patiënt zo groot zijn, dat deze dit risico niet wil nemen. Bij deze afweging speelt de (soms geringe) kans op genezing een belangrijke rol.
Soms wordt een tumor in een heel vroeg stadium ontdekt en kan er een endoscopische verwijdering plaatsvinden (EMR/ESD). Dan kunnen de slokdarm en maag worden behouden.
Operaties
Het UMC Utrecht deed in de periode 2019-2021 gemiddeld 60,7
operaties voor slokdarmkanker per jaar, hiervan waren er 100% in opzet genezend. Het landelijk gemiddelde was 50,0 operaties, waarvan 99,6% in opzet genezend.
Slokdarmkanker kan na een eerdere behandeling terugkomen. Soms kan er dan een operatie plaatsvinden, dit heet een salvage-operatie. Deze operaties zijn complexer en kunnen meer complicaties geven. Ze worden niet vaak gedaan en niet door alle ziekenhuizen. In heel Nederland werden er in 2019-2021 gemiddeld 22 van dit soort operaties per jaar gedaan. Daarvan voerde het UMC Utrecht er gemiddeld 3,0 per jaar uit.
Andere behandelingen
Het UMC Utrecht gaf in de periode 2019-2021 gemiddeld 109,3 patiënten per jaar radiotherapie voor slokdarmkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 87,4 patiënten.
Chemotherapie kan gegeven worden als onderdeel van een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het UMC Utrecht behandelde in de periode 2019-2021 70,0 patiënten per jaar met chemotherapie voor slokdarmkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 23,3 patiënten.
Van alle patiënten die in de periode 2019-2021 in het UMC Utrecht een diagnose slokdarmkanker kregen die naar verwachting te genezen was, heeft 81,3% een behandeling gekregen die een genezend doel had. Dit percentage lag binnen het gebied dat de experts definieerden als correct (60%-95%). We zien dat het UMC Utrecht patiënten die bij hen de diagnose slokdarmkanker krijgen die met genezing als doel kan worden behandeld, relatief vaak behandelen met een operatie (47,9%). Het landelijk gemiddelde was 37,5%.
Het deel van de patiënten dat niet werd behandeld of niet werd behandeld met het doel te genezen is 18,8%. Dat was veel kleiner dan het landelijk gemiddelde (27,8%).
Behandeling vóór de operatie
Patiënten kunnen voorafgaand aan de operatie voor slokdarmkanker worden behandeld met chemotherapie en/of bestraling. In Nederland werd dat in de periode 2019-2021 veel toegepast. In het UMC Utrecht was dat 87,4%. Na chemoradiatie (combinatie van chemotherapie en radiotherapie) is een operatie niet altijd meer nodig. Als patiënt kun je dan kiezen om af te zien van de operatie. Het UMC Utrecht nam (beargumenteerd) niet deel aan een wetenschappelijk onderzoek (de SANO-trial) waarin deze werkwijze werd onderzocht.
Type operaties
Van alle operaties voor slokdarmkanker werd in het UMC Utrecht in de periode 2019-2021 98,3% compleet minimaal invasief uitgevoerd. Dit zijn gemiddeld 59,3 operaties per jaar (bron NKR, met mogelijk een onderschatting van het aantal operaties). In Nederland wordt gemiddeld 86,7% van de operaties voor slokdarmkanker compleet minimaal invasief uitgevoerd. Dat zijn gemiddeld 35,2 operaties per jaar (bron NKR, met mogelijk een onderschatting van het aantal operaties). Deze manier van opereren is complex en niet altijd mogelijk.
Bij minimaal invasieve operaties voor slokdarmkanker kan gekozen worden voor verschillende technieken. Deze technieken verschillen in de locatie van de snedes die de chirurg maakt en de locatie waar de verbindingsnaad wordt aangelegd: in de hals of in de borstholte. De keuze voor een techniek wordt onder andere bepaald door de plaats van de tumor en de conditie van de patiënt. Echter, chirurgen kunnen ook zelf een voorkeur hebben voor een bepaalde techniek. Op dit moment is nog niet helemaal duidelijk welke techniek het beste is. Iedere techniek heeft voor- en nadelen. Bij een halsnaad is er meer kans op stenose, heesheid en naadlekkages. Bij een naad in de borstholte is er meer kans op problemen áls er een naadlekkage plaatsvindt. Laat je daarom goed informeren over de verschillende mogelijkheden.
In de periode 2019-2021 bood het UMC Utrecht meerdere technieken relatief veel aan. Zowel de benadering vanuit de hals (29,3%) als de benadering vanuit de borstholte met de verbindingsnaad in de borstholte (37,0%) of hals (32,6%) worden veel gebruikt. Dit is een teken van expertise.
Aantal verwijderde lymfeklieren
De richtlijn zegt dat de chirurg bij een operatie minimaal 15 lymfeklieren moet verwijderen. De patholoog moet namelijk minimaal 15 lymfeklieren onderzoeken om betrouwbaar vast te kunnen stellen of de kanker is uitgezaaid naar de lymfeklieren. In de periode 2019-2021 verwijderde het UMC Utrecht 15 of meer lymfeklieren bij 98,3% van de operaties voor slokdarmkanker. Dit was veel meer dan het landelijk gemiddelde (97,0%).
Doorlooptijd
In 2021 was in het UMC Utrecht de mediane doorlooptijd tussen diagnose en start behandeling 50,0 dagen voor patiënten die in het UMC Utrecht de diagnose slokdarmkanker kregen. Het landelijk gemiddelde was 38,3 dagen. Voor patiënten die na de diagnose slokdarmkanker zijn verwezen naar het UMC Utrecht vanuit een ander ziekenhuis was de mediane doorlooptijd 34,0 dagen. Het landelijk gemiddelde was 36,9 dagen.
Uitkomst volgens het boekje
In het UMC Utrecht had in 2020/2021 46,7% van de operaties voor slokdarmkanker een uitkomst “volgens het boekje” (textbook outcome). Dit was ongeveer gelijk aan landelijk gemiddelde (55,0%).
- 28,0% van de operaties voor slokdarmkanker had in 2020/2021 een gecompliceerd beloop. Het landelijk gemiddelde was 26,2%. Hierbij geldt, hoe lager het percentage, hoe beter (er is dan minder vaak een gecompliceerd beloop geweest).
- 93,2% van de operaties voor slokdarmkanker in het UMC Utrecht waren in 2020/2021 operaties met schone snijranden. Het landelijk gemiddelde was 95,1%.
- Van alle patiënten die een slokdarmkankeroperatie kregen met als doel genezing, kreeg 26,2% last van een naadlekkage.
- Het percentage patiënten dat binnen 30 dagen of in het ziekenhuis overleed na een slokdarmkankeroperatie die genezing als doel had, was in het UMC Utrecht in 2020/2021 3,2%. Het landelijk gemiddelde was 2,7%.
Deze operatie-uitkomsten zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Een verklaring hiervoor kan zijn dat het UMC Utrecht meer dan gemiddeld mensen opereert die meer kans hebben op complicaties of andere ongewenste uitkomsten van de operatie. Zo opereert het team veel meer dan gemiddeld mensen met grote tumoren (T4), met uitgezaaide kanker of met één of meer andere ziektes.
Deze mensen krijgen zo toch een kans op genezing. In deze beschrijving zien we dat het UMC Utrecht veel meer dan gemiddeld mensen die genezend behandeld kunnen worden, een behandeling biedt met genezing als doel. En dat deze behandeling vaker een operatie is. Dit verklaart waarom er vaker een complicatie optreedt.
Overleving na operatie
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 voor slokdarmkanker zijn geopereerd in het UMC Utrecht, was twee jaar na de operatie voor slokdarmkanker 71,2% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (70,7%). Als we de overlevingscijfers corrigeren voor kenmerken van de patiënten van het UMC Utrecht, dan is de kans om te overleven vergelijkbaar met het landelijke cijfer.
Kans op terugkeer van de ziekte
De kans dat de slokdarmkanker terugkomt na een operatie hiervoor in het UMC Utrecht hebben we gecorrigeerd voor kenmerken van de patiënten die daar in de periode 2015-2016 zijn geopereerd voor slokdarmkanker. Na deze correctie was de kans op terugkeer van de ziekte vergelijkbaar met het landelijke cijfer.
Overleving na terugkeer van de ziekte
Van het aantal mensen dat in het UMC Utrecht in de periode 2015-2016 geopereerd is voor slokdarmkanker of voor maagkanker én bij wie de kanker na de operatie is teruggekeerd (recidief), was één jaar na het recidief 24,3% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (21,4%).
Wanneer de kanker zich heeft verspreid in het lichaam, is een genezende behandeling vaak niet meer mogelijk en richt de behandeling zich op levensverlenging, het verminderen van de klachten en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Chemotherapie, radiotherapie en doelgerichte therapie zijn behandelopties voor uitgezaaide slokdarmkanker.
Operaties
Het UMC Utrecht voerde in de periode 2019-2021 geen
palliatieve resecties uit voor slokdarmkanker. Hierbij wordt (een deel van) de slokdarm verwijderd waarbij het doel niet is om de patiënt te genezen. Dit is soms een mogelijkheid als de kanker zich heeft verspreid door het lichaam, maar ook wanneer de tumor niet volledig te verwijderen is. Het landelijk gemiddelde was 0,2 resecties. Dit was gemiddeld 0,4% van alle slokdarmkankeroperaties.
Andere behandelingen
Radiotherapie kan gegeven worden als onderdeel van een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het UMC Utrecht gaf in de periode 2019-2021 gemiddeld 109,3 patiënten per jaar radiotherapie voor slokdarmkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 87,4 patiënten.
Chemotherapie kan gegeven worden als onderdeel van een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het UMC Utrecht behandelde in de periode 2019-2021 70,0 patiënten per jaar met chemotherapie voor slokdarmkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 23,3 patiënten.
Her2Neu-test voor start systemische therapie
De richtlijn geeft aan dat als iemand voor uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker behandeld gaat worden met chemotherapie bestaande uit twee of drie middelen (doublet- of triplet-therapie), een Her2Neu-test moet plaatsvinden om te bepalen of toedienen van het middel trastuzumab bij de chemotherapie beter werkt. Van alle mensen die in de periode 2019-2021 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en in het UMC Utrecht zijn behandeld met doublet- of triplet-therapie is bij 92,6% een Her2Neu-test uitgevoerd. Dat aandeel was hoger dan het landelijk gemiddelde van 90,6%. Het UMCU heeft minder dan 30 (namelijk 27) patiënten behandeld met doublet- of triplet-therapie bij uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen. Het UMCU behandelt ook mensen die pas later uitgezaaide kanker krijgen. Dit betekent dat zij in praktijk meer mensen met uitgezaaide kanker behandelen met doublet- en triplet-therapie dan de hier genoemde 27.
Behandeling met systemische therapie
In het UMC Utrecht kregen in de periode 2019-2021 per jaar gemiddeld 17,0 mensen de primaire diagnose uitgezaaide maagkanker of slokdarmkanker. Hiervan kreeg 56,9% systemische therapie. Dit was bijna altijd chemotherapie, eventueel aangevuld met immuuntherapie of doelgerichte therapie. Dat percentage was hoger dan de 20% die experts aangaven als minimum.
Tweedelijnsbehandeling met systemische therapie
Soms worden patiënten een tweede keer behandeld met chemotherapie of doelgerichte therapie (tweedelijnsbehandeling met systemische therapie). Uit studies blijkt dat patiënten uit ziekenhuizen die vaker een tweede behandeling geven, een betere overleving hebben. Van alle mensen die in de periode 2015-2016 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen waarvoor ze al een eerste systemische behandeling hadden gehad in het UMC Utrecht, werd 47,2% van de patiënten een tweede keer behandeld met chemotherapie of doelgerichte therapie. Dat was veel hoger dan het landelijk gemiddelde (30,7%).
Relatieve overleving na diagnose in het UMC Utrecht
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 in het UMC Utrecht de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen was na één jaar 26,8% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (22,4%).
Overleving na systemische behandeling
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en hiervoor systemische behandeling kregen in het UMC Utrecht was één jaar na de behandeling 50,7% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (42,3%).
Maagkanker kan genezend worden behandeld door verwijdering van de maag of door een combinatie van chemotherapie (medicijnen) en een operatie.
Soms wordt besloten om deze behandelingen toch niet te doen, bijvoorbeeld omdat de kans op complicaties en gevolgen van de behandeling voor de patiënt zo groot zijn, dat deze dit risico niet wil nemen. Bij deze afweging speelt de (soms geringe) kans op genezing een belangrijke rol.
Operaties
Het UMC Utrecht deed in de periode 2020-2021 gemiddeld 29,7
operaties voor maagkanker per jaar, hiervan waren er 97,8% in opzet genezend. Het landelijk gemiddelde was 26,5 operaties, waarvan 95,9% in opzet genezend.
Andere behandelingen
Radiotherapie kan gegeven worden als onderdeel van een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het UMC Utrecht gaf in de periode 2019-2021 gemiddeld 5,3 patiënten per jaar radiotherapie voor maagkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 5,1 patiënten.
Chemotherapie kan gegeven worden bij een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het UMC Utrecht behandelde in de periode 2019-2021 7,7 patiënten per jaar met chemotherapie voor maagkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 6,3 patiënten.
Van alle patiënten die in de periode 2019-2021 in het UMC Utrecht een diagnose maagkanker kregen die in theorie te genezen was, heeft 92,9% een behandeling gekregen die in opzet een genezend doel had. Dit percentage lag binnen het gebied dat de experts definieerden als correct (60%-95%). Het UMC Utrecht heeft bij minder dan 30 patiënten de primaire diagnose ‘maagkanker die in theorie te genezen was’ gesteld. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen. De academische ziekenhuizen en het AVL stellen in Nederland minder vaak de eerste diagnose dan andere ziekenhuizen, omdat zij een andere rol hebben. Dit verklaart de lage aantallen.
Behandeling vóór de operatie
Patiënten kunnen voorafgaand aan de maagkankeroperatie worden behandeld met chemotherapie. In het UMC Utrecht gebeurde dat in de periode 2019-2021 bij 76,5% van de maagkankeroperaties. Dat was veel vaker dan het landelijk gemiddelde (65,7%).
Type operaties
Van alle operaties voor maagkanker in het UMC Utrecht werd in de periode 2019-2021 96,7% compleet minimaal invasief uitgevoerd. Dit zijn gemiddeld 29,3 operaties per jaar (bron NKR, met mogelijk een onderschatting van het aantal operaties). In Nederland werd gemiddeld 83,0% van de operaties voor maagkanker compleet minimaal invasief uitgevoerd. Dat zijn gemiddeld 22,6 operaties per jaar (bron NKR, met mogelijk een onderschatting van het aantal operaties). Deze manier van opereren is complex en niet altijd mogelijk.
Behandeling ná de operatie
Patiënten kunnen ook ná de operatie worden behandeld met chemotherapie. Niet alle patiënten komen hier na de operatie nog aan toe. Van alle patiënten die in het UMC Utrecht in de periode 2019-2021 een maagkankeroperatie hebben gehad, heeft 48,4%
chemotherapie na de operatie gekregen. Het landelijk gemiddelde was 52,3%. Het ziekenhuis neemt deel aan de CRITICS-II studie. In deze studie wordt onderzocht wat de waarde is van verschillende behandelingen vóór de operatie. Er wordt dan geen behandeling meer gegeven ná de operatie. Als een ziekenhuis dus meedoet met deze studie, is het percentage patiënten met chemotherapie na de operatie lager.
Aantal verwijderde lymfeklieren
De richtlijn zegt dat de chirurg bij een operatie minimaal 15 lymfeklieren moet verwijderen. De patholoog moet minimaal 15 lymfeklieren onderzoeken om betrouwbaar vast te kunnen stellen of de kanker is uitgezaaid naar de lymfeklieren. Dit bepaalt de behandeling na de operatie. In de periode 2019-2021 verwijderde het UMC Utrecht 15 of meer lymfeklieren bij 96,5%
van de operaties voor maagkanker. Dit was veel meer dan het landelijk gemiddelde (92,9%).
Doorlooptijd
In 2021 was in het UMC Utrecht de mediane doorlooptijd tussen diagnose en start behandeling 36,0 dagen voor patiënten die in het UMC Utrecht de diagnose maagkanker kregen. Het landelijk gemiddelde was 43,6 dagen. Voor patiënten die na de diagnose maagkanker zijn verwezen naar het UMC Utrecht vanuit een ander ziekenhuis was de mediane doorlooptijd 40,0 dagen. Het landelijk gemiddelde was 48,2 dagen.
Uitkomst volgens het boekje
In het UMC Utrecht had in 2020/2021 40,6% van de operaties voor maagkanker een uitkomst “volgens het boekje” (textbook outcome). Dit was duidelijk (significant) lager dan het landelijk gemiddelde (56,5%).
- 33,6% van de operaties voor maagkanker had in 2020/2021 een gecompliceerd beloop. Het landelijk gemiddelde was 18,3%. Hierbij geldt, hoe lager het percentage, hoe beter (er is dan minder vaak een gecompliceerd beloop geweest).
- 91,1% van de operaties voor maagkanker in het UMC Utrecht waren in 2020/2021 operaties met schone snijranden. Het landelijk gemiddelde was 93,7%.
- Van alle patiënten die een maagkankeroperatie kregen met als doel genezing, kreeg 22% last van een naadlekkage.
- Het percentage patiënten dat binnen 30 dagen of in het ziekenhuis overleed na een maagkankeroperatie die genezing als doel had, was in het UMC Utrecht in 2020/2021 4,0%. Het landelijk gemiddelde was 3,3%.
Deze operatie-uitkomsten zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Een verklaring hiervoor kan zijn dat het UMC Utrecht veel meer dan gemiddeld mensen met maagkanker voor de operatie behandelt met chemotherapie.
Daarnaast opereert het UMC Utrecht meer dan gemiddeld mensen die meer kans hebben op complicaties of andere ongewenste uitkomsten van de operatie. Zo opereert het team veel meer dan gemiddeld mensen met grote tumoren (T4), met uitgezaaide kanker of met één of meer andere ziektes. Deze mensen krijgen zo toch een kans op genezing. In deze beschrijving zien we dat het UMC Utrecht veel meer dan gemiddeld mensen die genezend behandeld kunnen worden, een behandeling biedt met genezing als doel. En dat deze behandeling is vaker een operatie is. Dit verklaart waarom er vaker een complicatie optreedt.
Overleving na operatie
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 voor maagkanker zijn geopereerd in het UMC Utrecht, was twee jaar na de operatie 75,3%
nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (69,6%).
Als we de overlevingscijfers corrigeren voor kenmerken van de patiënten van het UMC Utrecht, dan is de kans om te overleven vergelijkbaar met het landelijke cijfer.
Kans op terugkeer van de ziekte
Er zijn minder dan 30 mensen die in de periode 2015-2016 de diagnose maagkanker kregen waarvoor ze zijn geopereerd in het UMC Utrecht. Hierdoor kunnen we niet betrouwbaar zeggen wat de kans op terugkeer van de ziekte is.
Overleving na terugkeer van de ziekte
Van het aantal mensen dat in het UMC Utrecht in de periode 2015-2016 geopereerd is voor maagkanker of voor slokdarmkanker én bij wie de kanker na de operatie is teruggekeerd (recidief), was één jaar na het recidief 24,3%
nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (21,4%).
Wanneer de kanker zich heeft verspreid in het lichaam, is een genezende behandeling vaak niet meer mogelijk en richt de behandeling zich op levensverlenging, het verminderen van de klachten en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Bij uitgezaaide maagkanker kan dan soms een operatie de klachten verminderen. Chemotherapie, radiotherapie en doelgerichte therapie zijn andere behandelopties voor uitgezaaide maagkanker.
Operaties
Het UMC Utrecht voerde in de periode 2019-2021 gemiddeld per jaar 0,3 palliatieve resecties per jaar uit voor maagkanker. Dat was 1,1%
van alle maagkanker operaties. Hierbij wordt (een deel van) de maag verwijderd waarbij het doel niet is om de patiënt te genezen. Dit is soms een mogelijkheid als de kanker zich heeft verspreid door het lichaam, maar ook wanneer de tumor niet volledig te verwijderen is. Het landelijk gemiddelde was 0,8 resecties. Dit was gemiddeld 3,1% van alle maagkankeroperaties.
Andere behandelingen
Radiotherapie kan gegeven worden als onderdeel van een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het UMC Utrecht gaf in de periode 2019-2021 gemiddeld 5,3 patiënten per jaar radiotherapie voor maagkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 5,1 patiënten.
Chemotherapie kan gegeven worden bij een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het UMC Utrecht behandelde in de periode 2019-2021 7,7 patiënten per jaar met chemotherapie voor maagkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 6,3 patiënten.
Her2Neu-test voor start systemische therapie
De richtlijn geeft aan dat als iemand voor uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker behandeld gaat worden met chemotherapie bestaande uit twee of drie middelen (doublet- of triplet-therapie), een Her2Neu-test moet plaatsvinden om te bepalen of toedienen van het middel trastuzumab bij de chemotherapie beter werkt. Van alle mensen die in de periode 2019-2021 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en in het UMC Utrecht zijn behandeld met doublet- of triplet-therapie is bij 92,6%
een Her2Neu-test uitgevoerd. Dat aandeel was hoger dan het landelijk gemiddelde van 90,6%. Het UMCU heeft minder dan 30 (namelijk 27) patiënten behandeld met doublet- of triplet-therapie bij uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen. Het UMCU behandelt ook mensen die pas later uitgezaaide kanker krijgen. Dit betekent dat zij in praktijk meer mensen met uitgezaaide kanker behandelen met doublet- en triplet-therapie dan de hier genoemde 27.
Behandeling met systemische therapie
In het UMC Utrecht kregen in de periode 2019-2021 per jaar gemiddeld 17,0 mensen de primaire diagnose uitgezaaide maagkanker of slokdarmkanker. Hiervan kreeg 56,9% systemische therapie. Dit was bijna altijd chemotherapie, eventueel aangevuld met immuuntherapie of doelgerichte therapie. Dat percentage was hoger dan de 20% die experts aangaven als minimum.
Tweedelijnsbehandeling met systemische therapie
Soms worden patiënten een tweede keer behandeld met chemotherapie, doelgerichte therapie of immunotherapie (tweedelijnsbehandeling met systemische therapie). Uit studies blijkt dat patiënten uit ziekenhuizen die vaker een tweede behandeling geven, een betere overleving hebben. Van alle mensen die in de periode 2015-2016 de primaire diagnose uitgezaaide maagkanker of slokdarmkanker kregen waarvoor ze al een eerste systemische behandeling hadden gehad in het UMC Utrecht, werd 47,2% van de patiënten een tweede keer behandeld met chemotherapie of doelgerichte therapie. Dat was veel hoger dan het landelijk gemiddelde (30,7%).
Relatieve overleving na diagnose in het UMC Utrecht
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 in het UMC Utrecht de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen was na één jaar 26,8% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (22,4%).
Overleving na systemische behandeling
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en hiervoor systemische behandeling kregen in het UMC Utrecht was één jaar na de behandeling 50,7% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (42,3%).
De manier waarop een ziekenhuis de diagnose stelt en behandeling uitvoert, kan verschillen tussen ziekenhuizen. In dit onderdeel beschrijven we dat. Ook de resultaten van de zorg kunnen verschillen, zoals het aantal complicaties of de overleving. Wij denken dat sommige verschillen te maken hebben met expertzorg.
We gebruiken verschillende soorten informatie voor dit kenmerk. De ziekenhuizen in deze keuzehulp delen deze informatie vrijwillig met ons. De informatie wordt door het ziekenhuis zelf aangeleverd of komt uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), die wordt beheerd door IKNL. Daarnaast gebruiken we openbaar beschikbare informatie van de Transparantiekalender, die beschikbaar is via Zorginzicht.nl.
Zorgaanbod
Het UMC Utrecht doet het heel goed op het gebied van het zorgaanbod voor mensen met slokdarmkanker of maagkanker. Het aanbod van de medisch specialistische zorg in het UMC Utrecht is heel goed. Het aanbod van de ondersteunende zorg en nazorg in het UMC Utrecht is heel goed. Het MDO is heel goed geregeld voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker.
Zorgaanbod | Aanwezig | Toelichting |
Medisch specialistische zorg | ||
Barrett centrum | ||
Pathologie | ||
Klinische genetica | ||
Nucleaire geneeskunde | ||
ESD/EMR | ||
Chirurgie | Doen operaties voor maagkanker en slokdarmkanker, Slokdarm-maagchirurgen hebben aparte dienst voor 24/7 beschikbaarheid | |
Radiotherapie | Hebben een eigen radiotherapieafdeling met 10 versnellers. Beschikken daarnaast over MRI-gestuurde bestraling. | |
Interventieradiologie | 2 interventieradiologen doen behandeling van slokdarmkanker en maagkanker | |
Chemotherapie | 3 internist-oncologen gespecialiseerd, vroeg klinisch team. | |
Andere niet-chirurgische behandelmethoden | Plaatsing van een stent | |
Kern intensive care |
Zorgaanbod | Aanwezig | Toelichting |
Ondersteunende zorg en nazorg | ||
Diëtist | De diëtist is gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker | |
Psychosociale zorg (in oncologie gespecialiseerde psycholoog, medisch maatschappelijk werk, etc.) | ||
Oncologische revalidatie | In eigen huis, in samenwerking met een ander ziekenhuis. Na een intake gesprek wordt in overleg met de patiënt de in te zetten interventie zoveel mogelijk in omgeving van de patiënt aangevraagd. | |
Zorg voor mensen met uitgezaaide ziekte | Patiënten met uitgezaaide ziekte worden deels begeleid door de drie verpleegkundig specialisten. Eén verpleegkundig specialist ziet patiënten op de afdeling medische oncologie indien de patiënt palliatieve systeemtherapie krijgt. Daarnaast kan het palliatieve team van UMC Utrecht in consult worden gevraagd. Er zijn korte lijnen met dit team. Soms wordt de patiënt met name begeleid in de thuissituatie door de huisarts. Deze laatste kan ook overleggen met een van de 3 verpleegkundig specialisten. | |
Zorg voor ouderen | Alle patiënten vanaf 70 jaar gaan voorafgaand aan de behandeling naar een geriater in het UMC Utrecht ter beoordeling. Indien de patiënt jonger is dan 70 kan dit op indicatie. | |
AYA-zorg | Jonge patiënten, tot 39 jaar, worden bij het eerste consult geïnformeerd en eventueel al verwezen naar de AYA poli van UMC Utrecht. | |
Klinisch arbeidsgeneeskundige | Een klinisch arbeidsgeneeskundige, een specialist die extra aandacht heeft voor werk als behandeldoel. | |
Lotgenotencontact | Patiënten worden gewezen op de mogelijkheid van buddy’s. Indien de patiënt graag een buddy wil, dan stuurt UMC Utrecht een mail aan SPKS om een buddy te koppelen en in contact te brengen met de patiënt. De patiënt mag ook zelf SPKS benaderen. |
Zorgaanbod | Aanwezig | Toelichting |
Organisatie van multidisciplinaire zorg | ||
Lokaal MDO (in eigen ziekenhuis) | In een MDO specifiek voor patiënten met slokdarmkanker en maagkanker worden in het UMC Utrecht 1 keer per week slokdarmkanker en maagkankerpatiënten besproken. Het is een gespecialiseerd MDO. | |
Is standaard dezelfde patholoog aanwezig bij het MDO? | Deze patholoog is gespecialiseerd in maag- en slokdarmkanker | |
Is standaard dezelfde radiotherapeut aanwezig bij het MDO? | Deze radiotherapeut is gespecialiseerd in maag- en slokdarmkanker | |
Is standaard dezelfde nucleair geneeskundige aanwezig bij het MDO? | Een nucleair geneeskundige is op indicatie aanwezig | |
Regionaal MDO | Alle patiënten worden buiten het ziekenhuis in een regionaal MDO met experts besproken. | |
Immuno-MDO | Patiënten worden besproken in een immuno-MDO. | |
Overige informatie over inrichting van het MDO | Tijdens het wekedelen spreekuur, worden behandelingen voor GIST besproken. Maandelijks bespreekt het voedingsproblemen-team patiënten die niet in het protocol lijken te passen. | |
Internationale samenwerking bij patiëntenzorg | HIPEC (een behandeling waarbij verwarmde chemotherapie wordt rondgepompt in de buikholte) wordt uitgevoerd in Leuven. | |
Opvang bij complicaties buiten het ziekenhuis | Als de patiënt weer thuis is, kan deze in geval van complicaties telefonisch contact opnemen met de dienstdoend hoofdbehandelaar. Ook kan de patiënt via een mobiel nummer de verpleegkundig specialisten bellen voor een tussentijds overleg (als er geen noodzaak is voor spoedeisende zorg). | |
Aanvullende informatie over organisatie van zorg | Tijdens het MDO zijn alle zorgverleners (o.a. chirurgen, maag-darm-leverartsen, oncologen, radiotherapeuten, radiologen, pathologen en verpleegkundig specialisten) uit het Meander, St. Antonius en UMC Utrecht aanwezig. Specialisten uit het Diakonessenhuis en Ziekenhuis Gelderse Vallei bellen in. De patiënt wordt uitgenodigd op de aansluitende RAKU-poli in het UMC Utrecht. De zorgverleners bespreken tijdens de RAKU-poli met de patiënt wat het best passende behandelplan is. |
Bij dit kenmerk kijken wij of een ziekenhuis alle benodigde zorg zelf aanbiedt of dat het ziekenhuis voor sommige zorg samenwerkt met een ander ziekenhuis. Als een ziekenhuis alles zelf aanbiedt, vinden wij dat een teken van expertzorg. Dan werken de zorgverleners van verschillende afdelingen makkelijker als één team. Ook kunnen zij makkelijker en sneller onderling overleggen over patiënten. De patiënt kan dan alle zorg in één ziekenhuis krijgen. Ook staan alle medische gegevens van de patiënt bij elkaar in één patiëntendossier. Niet alle ziekenhuizen kunnen alle zorg bieden: sommige zorg is maar in een paar ziekenhuizen. Bijvoorbeeld artsen die de erfelijkheid van kanker onderzoeken, werken alleen in academische ziekenhuizen en het AVL. Wij vinden het belangrijk dat het ziekenhuis voor deze zorg goed samenwerkt met andere ziekenhuizen.
We gebruiken verschillende soorten informatie voor dit kenmerk. De ziekenhuizen in deze keuzehulp delen deze informatie vrijwillig met ons. Een deel van de informatie wordt door het ziekenhuis zelf aangeleverd. Daarnaast gebruiken we openbaar beschikbare informatie van de Transparantiekalender, die beschikbaar is via Zorginzicht.nl.
Ervaringen van patiënten
De waarderingsscore voor het UMC Utrecht bij zorg voor patiënten met slokdarm- of maagkanker is goed.
44 patiënten met slokdarm- of maagkanker deelden hun ervaring over het UMC Utrecht eind 2021 / begin 2022. Zij waarderen artsen als goed. Zij waarderen verpleegkundig specialisten, oncologie-verpleegkundigen als heel goed. En andere medewerkers als voldoende. Zij waarderen hun vaste aanspreekpunt en samen beslissen als heel goed. En het maken van afspraken als goed. Zij waarderen het onderdeel hulp en steun als voldoende. De waarderingsscore voor het aanraden van dit ziekenhuis aan anderen met slokdarmkanker of maagkanker is heel goed.
Het aantal genoemde verbeterpunten per onderwerp was laag. Daarom noemen we hier geen onderwerpen voor verbetering.
Patiënten geven een compliment over de volgende onderwerpen:
- Deskundigheid/expertise van zorgverleners
- Kwaliteit van behandeling en zorg
- Bejegening/toewijding van zorgmedewerkers naar patiënt en naasten
We hebben patiënten gevraagd naar hun ervaringen met de artsen, verpleegkundig specialisten, oncologie-verpleegkundigen en andere medewerkers.
Patiënten gaven dit onderdeel een gemiddeld cijfer van 9,1.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 72. Dit is goed.
Artsen
Patiënten gaven artsen een gemiddeld cijfer van 9,1.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 71. Dit is goed.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten gaven:
- Deskundigheid: 9,2
- Serieus genomen worden: 9,5
- Tijd die ze voor je hadden: 9,1
- Vriendelijkheid: 9,2
- Gesteund voelen: 9,1
- Aandacht voor uw naaste: 8,8
Verpleegkundig specialisten en oncologieverpleegkundigen
Patiënten gaven aan verpleegkundig specialisten en oncologieverpleegkundigen een gemiddeld cijfer van 9,3.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 77. Dit is heel goed.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten gaven:
- Deskundigheid: 9,3
- Serieus genomen worden: 9,4
- Tijd die ze voor je hadden: 9,2
- Vriendelijkheid: 9,3
- Gesteund voelen: 9,3
- Aandacht voor uw naaste: 9,1
Andere medewerkers van het ziekenhuis
Patiënten gaven andere medewerkers van het ziekenhuis een gemiddeld cijfer van 8,7.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 59. Dit is voldoende.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten gaven:
- Samenwerking tussen de medewerkers in het ziekenhuis: 8,5
- Vriendelijkheid overige medewerkers: 8,8
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 80. Dit is heel goed.
Patiënten gaven hun vaste aanspreekpunt voor tevredenheid: 9,3
Het gemiddelde cijfer dat patiënten hun vaste aanspreekpunt gaven: 9,0
Een groot deel van de patiënten gaf een vast aanspreekpunt te hebben: 88%
Wie was het vaste aanspreekpunt voor patiënten:
- Een oncologie-verpleegkundige: 78%
- Een arts: 19%
- Een verpleegkundig specialist: 0%
- Iemand anders: 3%
Een vast aanspreekpunt heeft verschillende taken.
Patiënten gaven deze cijfers voor taken van het vaste aanspreekpunt:
- Overzicht over de ziekte: 9,3
- Hulp geven: 9,2
- Hulp geven aan familie of partner: 8,8
- Kennen van patiënt als persoon: 9,1
- Makkelijk bereikbaar zijn: 8,3
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 69. Dit is goed.
Patiënten gaven voor hun tevredenheid over de planning van hun afspraken een 8,6.
Een deel van de patiënten gaf aan:
- Afspraken worden op één dag gepland, als dat medisch kan: 81%
- Bij afspraken wordt aan dagen en tijden gedacht die goed uitkomen: 74%
- Afspraken kunnen op afstand. bijvoorbeeld via beeldbellen of telefoon: 64%
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 80. Dit is heel goed.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten gaven:
- Vertrouwen dat alle mogelijke behandelingen besproken zijn: 9,1
- Tevredenheid over de hulp bij de keuze voor een behandeling: 8,7
Met een deel van de patiënten is gesproken over:
- Kansen op langer leven en/of beter worden: 93%
- Minder last krijgen van klachten: 90%
- Bijwerkingen en problemen door de behandeling: 92%
- Gevolgen die lang duren of pas later ontstaan: 92%
- De mogelijkheid om te kiezen voor ‘niet meer behandelen’: 62%
- Wat ze belangrijk vinden in het leven: 77%
We hebben patiënten gevraagd naar hun ervaringen met vragenlijsten over hun gezondheid, het aangeboden krijgen van professionele hulp bij problemen en het aangeboden krijgen van informatie over patiëntenorganisatie en inloophuis voor mensen met kanker.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 50. Dit is voldoende.
Gebruik van vragenlijsten over gezondheid
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 62 Dit is goed.
Veel ziekenhuizen gebruiken vragenlijsten die inzicht geven hoe patiënten zelf hun gezondheid ervaren. Daar staan bijvoorbeeld vragen in over moe zijn, pijn hebben, somber zijn, angst hebben of problemen met de concentratie.
Wanneer een ziekenhuis structureel gebruik maakt van dit soort vragenlijsten is dit een goed startpunt om te praten over de persoonlijke behoefte van de patiënt.
Van alle respondenten gaf 90% aan een vragenlijst te hebben ontvangen.
Van alle respondenten die aangaven een vragenlijst te hebben ingevuld, gaf 57% aan dat de resultaten hiervan besproken zijn.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten dit gesprek gaven: 8,3
Problemen door kanker en professionele hulp
Toen patiënten van het UMC Utrecht de vragenlijst invulden, zaten deze vragen er nog niet in. Bij een volgende ronde zal dit onderdeel aangevuld worden.
Contact met andere mensen met kanker (lotgenoten)
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore 39. Dit is voldoende.
Een deel van de patiënten gaf aan dat dit wordt aangeboden:
- Informatie over een patiëntenorganisatie: 61%
- Informatieavonden: 45%
- Contact met een buddy: 38%
- Informatie over een inloophuis voor mensen met kanker: 18%
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 79. Dit is heel goed.
Patiënten gaven als antwoord op de vraag of ze het UMC Utrecht aanraden met slokdarmkanker of maagkanker een 9,3.
Wat nog beter kan
Het aantal genoemde verbeterpunten per onderwerp was laag. Daarom noemen we hier geen onderwerpen voor verbetering.
Complimenten
91% (40 van de 44 mensen) gaf een compliment.
Patiënten gaven een compliment over de volgende onderwerpen:
- Deskundigheid/expertise van zorgverleners
- Bejegening/toewijding van zorgmedewerkers naar patiënt en naasten
- Algemene onderwerpen
We hebben de patiënten die onder behandeling of controle zijn in het ziekenhuis gevraagd naar hun ervaringen met de zorg in het ziekenhuis. Zij hebben hun ervaring ingevuld via een online-vragenlijst, de NFK-PREM Oncologie & Netwerkzorg. Zij delen hun ervaring en geven hun mening over het ziekenhuis over de volgende onderwerpen: tevredenheid over de zorgverleners, een vast aanspreekpunt, het maken van afspraken, samen beslissen en hulp en steun bij de ziekte. Ook geven ze aan of zij het ziekenhuis aan anderen aanbevelen.
Help mee!
Met jouw hulp kunnen we de Ziekenhuishulp blijven verbeteren.
Geef in 5 minuten jouw mening.