Ziekenhuiskeuzehulp
Geef ons feedback
Help mee de Ziekenhuiskeuzehulp te verbeteren.
Deel in 5 minuten jouw mening.
Het LUMC en de zorg voor slokdarmkanker en maagkanker
Als kankerpatiëntenorganisatie (NFK en SPKS Leven met maag- of slokdarmkanker) vinden we dat het LUMC het heel goed doet als we kijken naar kenmerken van expertzorg voor slokdarmkanker en maagkanker. Het ziekenhuis is heel gespecialiseerd in de zorg voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker. Het ziekenhuis doet het goed als we kijken naar zorg volgens de richtlijnen en deelname aan wetenschappelijk onderzoek. Het ziekenhuis doet het voldoende als we kijken naar behandelingen en de resultaten ervan. Het LUMC doet het heel goed op het gebied van het zorgaanbod voor mensen met slokdarmkanker of maagkanker. De ervaringen van patiënten met deze zorg zijn heel goed.
Kenmerken van expertzorg
Mate van specialisatie
Het ziekenhuis is heel gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker.
Wetenschappelijk klimaat en zorg volgens richtlijnen
Het ziekenhuis doet het op het gebied van wetenschappelijk klimaat en zorg volgens richtlijnen goed.
Behandelingen en de resultaten ervan
Het ziekenhuis doet het op het gebied van behandelingen en de resultaten ervan voldoende.
Zorgaanbod
Het ziekenhuis doet het op het gebied van het zorgaanbod voor mensen met slokdarmkanker of maagkanker heel goed.
Ervaringen van patiënten
De ervaringen van patiënten met deze zorg zijn heel goed.
Ziekenhuisprofiel door het ziekenhuis zelf aangeleverd
Het LUMC is een expertisecentrum in de diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met slokdarm- of maagkanker. Het LUMC heeft alle betrokken specialismen in huis voor de zorg voor deze groep patiënten. Daarnaast maakt het LUMC deel uit van het Regionaal Oncologienetwerk West (RO West). Het RO West heeft tot doel om aan iedere patiënt in de regio optimale en kwalitatief hoge oncologische zorg te leveren waarbij de samenwerking open, transparant en op gelijkwaardige basis is. Intensief wordt er samengewerkt op het gebied van zorg, onderwijs en onderzoek, waardoor nieuwe inzichten direct kunnen worden toegepast in de zorg en behandeling.
Onderdeel van deze samenwerking is het wekelijks multidisciplinaire overleg waarin alle patiënten worden besproken (zowel bij de behandeling met genezing tot doel, als bij de meest passende behandeling als genezing niet meer haalbaar is).
Gedurende het gehele traject van diagnostiek, behandeling en zorg wordt u begeleid door een team van medisch specialisten, verpleegkundig specialist en paramedische zorgverleners die er met elkaar voor zorgen dat u zich thuis voelt en bij wie u met al uw vragen terecht kunt.
Informatie over samenwerking
Het LUMC is een referentiecentrum voor andere ziekenhuizen en voert tweede meningen uit. Dit betekent dat patiënten zowel uit de regio als uit het hele land door hun huisarts of medisch specialist verwezen worden naar dit ziekenhuis voor de gehele slokdarmkankerzorg en maagkankerzorg.
Het ziekenhuis werkt (intensief) samen op zowel nationaal als op internationaal niveau op het gebied van: wetenschappelijk onderzoek en scholing. Op landelijk niveau is het LUMC betrokken bij de evaluatie van de operaties voor slokdarmkanker en maagkanker, DUCA en DUCG.
Op regionaal niveau, werkt het LUMC samen in het oncologisch netwerk OncoWest. In dit regionale verband worden alle patiënten met slokdarmkanker en maagkanker besproken in een multidisciplinair overleg, ongeacht of zij kunnen worden behandeld met als doel te genezen of niet. Verder betekent de samenwerking als netwerk, dat de protocollen zijn gesynchroniseerd, met enkele locatie-specifieke afwijkingen. De zorgpaden zijn gelijk. Daarnaast zijn er duidelijke verwijsafspraken. Zo worden de operaties voor maagkanker uitgevoerd in het LUMC (Leiden) en de endoscopische behandelingen in het HAGA ziekenhuis. Operaties voor slokdarmtumoren vinden nu nog plaats in zowel het LUMC als het RdGG. Gesprekken om ook de operaties van slokdarmtumoren in één centrum uit te gaan voeren zijn vergevorderd. Om de samenwerking goed te laten verlopen, komen de vaste aanspreekpunten (verpleegkundig specialisten) voor slokdarmkanker en maagkanker 3 keer per jaar bij elkaar. Ook de Upper GI werkgroep van artsen in alle 7 ziekenhuizen (als tumorwerkgroep) komt drie keer per jaar bij elkaar. Er is regionale patiënteninformatie beschikbaar over de diagnostiek en de operatie, die alle deelnemende ziekenhuizen kunnen gebruiken (digitaal website OncoWest en op papier). Zie: Slokdarm en maag - OncoWest.
Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)
Mate van specialisatie
Het ziekenhuis is heel gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker. De zorgverleners voor diagnostiek zijn voor een groot deel gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker. De zorgverleners voor behandeling zijn allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker. Het LUMC ziet nieuwe patiënten met slokdarmkanker of maagkanker. Artsen uit andere ziekenhuizen vragen de artsen van dit ziekenhuis om advies bij diagnosestelling en behandeling.
Bij de zorg voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker zijn veel verschillende medische specialismen betrokken. Het ziekenhuis kan er voor kiezen om een (klein) deel van alle artsen binnen zo’n specialisme zorg te laten leveren voor slokdarmkanker en maagkanker. Wij zien dat als een onderdeel van specialisatie. Het LUMC heeft dit vergaand gerealiseerd voor 6 van de 7 betrokken specialismen.
Een ander onderdeel van specialisatie is dat de artsen die slokdarmkankerzorg en maagkankerzorg leveren, hier ook veel tijd en aandacht voor hebben. Bijvoorbeeld doordat zij ten minste de helft van hun tijd aan slokdarmkanker en maagkanker besteden óf doordat zij maximaal 3 kankersoorten (of andere ziektes) als aandachtsgebied hebben. Wij noemen hen dan gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker. Hieronder wordt per specialisme beschreven in hoeverre dit geldt voor de artsen in het LUMC.
Diagnostiek
In het LUMC doen de volgende artsen diagnostiek voor slokdarmkanker en maagkanker:
4 MDL-artsen, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker;
7 radiologen, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker; er wordt gewerkt volgens een protocol dat per patiënt alle diagnostiek voor de primaire diagnose door 1 radioloog wordt gezien;
8 nucleair geneeskundigen, waarvan 2 gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker;
3 pathologen, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker.
Behandeling
In het LUMC doen de volgende artsen behandelingen voor slokdarmkanker en maagkanker:
3 chirurgen, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker;
2 internist-oncologen, beiden gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker;
6 radiotherapeuten, allen gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker.
Van de 3 verpleegkundig specialisten in het team leggen 3 zich toe op begeleiding van patiënten met slokdarmkanker of maagkanker. Van de 3 oncologieverpleegkundigen in het team leggen 3 zich toe op de begeleiding van patiënten met slokdarmkanker of maagkanker.
Het ziekenhuis is een referentiecentrum voor alle zorg voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker. Deze functie heeft het voor 5 ziekenhuizen in de regio. Het voert second opinions (tweede meningen) uit voor patiënten uit andere ziekenhuizen.
Het aantal mensen dat in de periode 2019-2021 in het LUMC is gediagnosticeerd met en/of behandeld voor slokdarmkanker of maagkanker was gemiddeld 185,3 patiënten per jaar. Het landelijk gemiddelde was 55,8 patiënten.
Het LUMC voerde in de periode 2019-2021 jaarlijks gemiddeld de volgende operaties voor slokdarmkanker of maagkanker uit:
- 39,7 operaties voor slokdarmkanker. Het landelijk gemiddelde was 50,0. [Dit aantal is mogelijk lager dan het gemiddelde, doordat het ziekenhuis het SANO-protocol volgt. Dan is bij een deel van de mensen met slokdarmkanker na behandeling met chemoradiotherapie de operatie niet meer nodig].
- 26,3 operaties voor maagkanker. Het landelijk gemiddelde was 26,5.
- 66,0 operaties voor slokdarmkanker of maagkanker samen. Het landelijk gemiddelde was 70,1.
- 3,0 operaties voor slokdarmkanker bij patiënten die al eerder behandeld waren (salvage-operaties). In heel Nederland werden er in deze periode gemiddeld 22 operaties per jaar gedaan.
Het ziekenhuis behandelde per jaar voor slokdarmkanker of maagkanker (in de periode 2019-2021):
- Gemiddeld 84,0 patiënten met radiotherapie als eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 92,4.
- Gemiddeld 68,0 patiënten met chemotherapie (met of zonder radiotherapie) als eerste behandeling. Dat aantal is hoog. Het landelijk gemiddelde was 29,5.
De groep patiënten die het ziekenhuis bedient kan verschillen tussen ziekenhuizen. Daarom geven we hier informatie over de mensen bij wie de diagnose is gesteld of die zijn geopereerd in het ziekenhuis ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Leeftijd
Als we kijken naar leeftijd, zien we de volgende gemiddelde waardes per jaar in de periode 2019-2021:
- Totaal 75+:
21,0 van de 72,3 mensen bij wie de diagnose slokdarmkanker of maagkanker diagnose is gesteld waren 75 jaar of ouder (29,0%). Het landelijk gemiddelde was 20,6 van de 55,8 patiënten (36,9%). - Geopereerd 75+:
10,7 van de 66,3 mensen die zijn geopereerd voor slokdarmkanker of maagkanker waren 75 jaar of ouder (16,1%). Het landelijk gemiddelde was 13,9 van de 64,8 patiënten (21,5%).
Stadium van de ziekte
Als we kijken naar het stadium van de ziekte, zien we de volgende gemiddelde waardes per jaar in de periode 2019-2021:
- Stadium T4B (meestal niet geopereerd):
1,3 van de 66,3 mensen die voor slokdarmkanker of maagkanker zijn geopereerd, hadden een naar een ander orgaan doorgegroeide tumor (T4B), die meestal niet wordt geopereerd (2,0%). Het landelijk gemiddelde was 1,0 patiënten (1,5%). - Stadium M1 (meestal niet geopereerd):
0,7 van de 66,3 mensen die voor slokdarmkanker of maagkanker zijn geopereerd hadden uitgezaaide kanker (M1) (1,0%). Het landelijk gemiddelde was 1,8 patiënten (2,7%).
Meerdere aandoeningen
Als we kijken naar de groep patiënten met één of meer andere ziekten (mensen met co-morbiditeit), zien we het volgende. Van de 66,3 mensen die geopereerd zijn voor maag- en slokdarmkanker weten we van 60,7 mensen of ze al dan niet één of meer andere ziekten hebben. In de periode 2019-2021 hadden in het LUMC gemiddeld per jaar 26,3 van deze 60,7 mensen co-morbiditeit (43,3%). Het landelijk gemiddelde was 31,0 patiënten (49,1%).
- Intensieve samenwerking met Holland protonen treatment centrum (HPTC) met protonen-oesophagus-radiotherapeut die 1 dag per week in het LUMC werkt en deelneemt aan het MDO, waardoor laagdrempelig verwijzing voor protonen bij patiënten die hier klinisch baat van hebben, mogelijk is.
- De verpleegkundig specialist is voor de patiënt en naaste(n) het vaste aanspreekpunt tijdens het gehele traject van diagnostiek tot nazorg. De verpleegkundig specialist beschikt over medisch inhoudelijke kennis en heeft zorg en aandacht voor psychosociale welzijn van de patiënt. De verpleegkundig specialist is actief betrokken in de regionale zorg voor patiënten met slokdarm- en maagkanker (zorgpaden) in samenwerking met andere ziekenhuizen maar ook met de huisarts.
- De interventie MDL-artsen zijn 24/7 op afroep beschikbaar. Behandeling van vernauwingen van de slokdarm, maag en verbindingsnaden.
- Een nucleair geneeskundige is lid van het Oncology & Theranostics Committee van de European Association of Nuclear Medicine (EANM) en Member of the EORTC imaging group executive committee (Secretary).
Als het hele team van zorgverleners gespecialiseerd is in een bepaalde vorm van kanker, dan is de kans het grootst dat de patiënt de best mogelijke zorg krijgt. Hiervoor kijken we hoeveel van hun werktijd zij besteden aan zorg voor een specifieke vorm van kanker. Verder kijken we of andere ziekenhuizen het team van dit ziekenhuis om advies vragen. En of andere ziekenhuizen patiënten verwijzen naar dit ziekenhuis, bijvoorbeeld voor behandeling of voor een tweede mening (second opinion) Het ziekenhuis is dan een ‘referentiecentrum’ voor andere ziekenhuizen.
We gebruiken verschillende soorten informatie voor dit kenmerk. De ziekenhuizen in deze keuzehulp delen deze informatie vrijwillig met ons. De informatie wordt door het ziekenhuis zelf aangeleverd of komt uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), die wordt beheerd door IKNL. Daarnaast gebruiken we openbaar beschikbare informatie van de Transparantiekalender, die beschikbaar is via Zorginzicht.nl.
Wetenschappelijk klimaat en zorg volgens richtlijnen
Het LUMC doet het goed als we kijken naar het totaalbeeld van ‘wetenschappelijk klimaat’ en ‘zorg volgens richtlijnen’. Het wetenschappelijk klimaat in het LUMC is heel goed. Het ziekenhuis werkt voldoende volgens de richtlijnen.
Het LUMC in Leiden is verbonden aan de universiteit. Het ziekenhuis voert complexe zorg uit waar gespecialiseerde voorzieningen voor nodig zijn. Er wordt in dit ziekenhuis wetenschappelijk onderzoek gedaan, er worden artsen opgeleid en er worden nieuwe medische behandelingen ontwikkeld.
Deelname aan wetenschappelijk onderzoek (studies)
De patiëntenorganisatie vindt het belangrijk dat ziekenhuizen deelnemen aan studies. Deelname aan studies geeft patiënten soms een extra behandel-mogelijkheid, maar zorgt er ook voor dat het team gewend is om grondig en protocollair te werken. Aan de volgende landelijke studies konden alle ziekenhuizen meedoen: de TRAP-2-studie, de LyRICX-studie en de CRITICS-II-studie. Het slokdarmkanker- en maagkankerteam in het LUMC neemt deel aan de LyRICX-studie en de CRITICS-II-studie. Het ziekenhuis neemt ook deel aan veel andere klinische studies. Het team publiceert veel artikelen over de studies in wetenschappelijke tijdschriften (ongeveer 50 artikelen in drie jaar).
Researchverpleegkundigen
Het ziekenhuis heeft 4 research-verpleegkundigen voor ondersteuning bij studies naar slokdarmkanker en maagkanker.
Zorgevaluatie door het ziekenhuis
Het LUMC vergelijkt de eigen resultaten van de slokdarmkanker- en maagkankerzorg met die van andere ziekenhuizen, maar niet in het bijzijn van een patiëntvertegenwoordiger. Zij willen deze wel de volgende keer uitnodigen.
Diagnostiek - Her2Neu-test
De richtlijn geeft aan dat als iemand voor uitgezaaide slokdarm- of maagkanker behandeld gaat worden met chemotherapie bestaande uit twee of drie middelen (doublet- of triplet-therapie), een Her2Neu-test moeten plaatsvinden om te bepalen of toedienen van het middel trastuzumab bij de chemotherapie beter werkt. Van alle mensen die in de periode 2019-2021 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en in het LUMC zijn behandeld met doublet- of triplet-therapie is bij 93,3% een Her2Neu-test uitgevoerd. Dat aantal was hoger dan het landelijk gemiddelde van 90,6%. Het LUMC heeft minder dan 30 (namelijk 17) patiënten behandeld met doublet- of triplet-therapie bij uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen. Het LUMC behandelt ook mensen die pas later uitgezaaide kanker krijgen. Dit betekent dat zij in praktijk meer mensen met uitgezaaide kanker behandelen met doublet- en triplet-therapie dan de hier genoemde 17.
Diagnostiek - Aantal verwijderde lymfeklieren
De richtlijn zegt dat de chirurg bij een operatie minimaal 15 lymfeklieren moet verwijderen. De patholoog moet namelijk minimaal 15 lymfeklieren onderzoeken om betrouwbaar vast te kunnen stellen of de kanker is uitgezaaid naar de lymfeklieren. In de periode 2019-2021 verwijderde het LUMC 15 of meer lymfeklieren bij 88,7% van de operaties voor slokdarmkanker. Het landelijk gemiddelde was 97,0%.
In de periode 2019-2021 verwijderde het LUMC 15 of meer lymfeklieren bij 88,2% van de operaties voor maagkanker. Het landelijk gemiddelde was 92,9%.
Behandeling – behandeling voorafgaande aan de operatie
Bij slokdarmkanker en maagkanker beveelt de richtlijn aan om alle mensen die men verwacht te kunnen genezen met een operatie, voorafgaande aan de operatie te behandelen met medicatie en/of radiotherapie. Uitzondering daarop zijn de mensen met een kleine tumor (T1 slokdarmkanker of T1 maagkanker).
- In het LUMC gebeurde dat in de periode 2019-2021 bij 95,7% van de slokdarmkankerpatiënten. Het landelijk gemiddelde was 96,9%.
- In het LUMC gebeurde dat in de periode 2019-2021 bij 55,7% van de maagkankerpatiënten. Het landelijk gemiddelde was 65,7%.
- Het LUMC neemt zelf deel aan veel studies, maar verwijst patiënten ook door naar andere ziekenhuizen als daar een studie loopt waar zij voor in aanmerking komen en daar (mogelijk) aan mee willen doen.
- Twee specialisten zijn lid van de wetenschappelijke commissie van de DUCA.
- Aangesloten bij de multidisciplinaire DUCG Dutch Upper GI Cancer Group.
- Twee specialisten zijn bestuurslid van de DUCG.
- Twee specialisten zaten in de richtlijn commissie maagcarcinoom.
- Een specialist is secretaris van de sectie experimentele gastroenterologie van de Nederlandse Vereniging voor Gastroenterologie (NVGE).
- Twee specialisten zijn actief betrokken bij LRPGE (landelijk platform radiotherapie gastro-intestinale tumoren),
- Er is actieve NTG (netwerk tumor groep) ‘upper GI’. Dr. H.H. Hartgrink en mw. E. de Graaf (verpleegkundig specialist Reinier de Graaf Gasthuis), zijn de voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter van deze NTG.
- Jaarlijks wordt er door het LUMC in samenwerking met Reinier de Graaf Gasthuis in Delft een patiëntendag georganiseerd voor patiënten met slokdarmcarcinoom.
- Dr. de Steur is mede-organisator van de laparoscopische maagoperatie cursus in Utrecht terwijl dr Hartgrink betrokken is bij het maag-slokdarm gedeelte van de ESSO abdominal course in Leiden.
- Het LUMC doet ook ‘Investigator initiated trials’ (translationeel onderzoek).
Ook internationaal is er aansluiting bij diverse gremia:
- Dr. H.H. Hartgrink is bestuurslid van de wereld maagkanker associatie (IGCA) en zal vanaf 2025 voorzitter zijn van deze associatie.
- Is associate editor van tijdschrift Gastric Cancer
- Is actief in het OligoMetastasis in Esophago-gastric cancer (OMEC) project.
- Mw. dr. M. Slingerland is lid van de EORTC Gastrointestinal Tract Cancer Group en neemt actief deel aan het ‘OligoMetastasis in Esophago-gastric Cancer’ (OMEC) project.
Wij vinden het belangrijk dat ziekenhuizen veel aan wetenschappelijk onderzoek doen. Wij denken dat het zorgt voor een cultuur van expertzorg. En dat alle patiënten daar voordeel van hebben. Als het team veel aan wetenschap doet, is het beter op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Ook is het team dan gewend om goed te werken volgens protocol en grondig te handelen als iets niet goed gaat. Ook biedt het team patiënten meer kansen om mee te doen aan experimentele behandelingen. Voor dit kenmerk kijken wij naar het aantal studies waar het ziekenhuis aan mee doet. Of ze zelf ook wetenschappelijke artikelen publiceren in internationale vakbladen. Of er een onderzoeksverpleegkundige (een research-verpleegkundige) in het team zit. Ook vinden wij het belangrijk dat het ziekenhuis werkt volgens de richtlijnen (dat zijn afspraken en regels voor artsen) voor diagnostiek en behandeling.
We gebruiken verschillende soorten informatie voor dit kenmerk. De ziekenhuizen in deze keuzehulp delen deze informatie vrijwillig met ons. De informatie wordt door het ziekenhuis zelf aangeleverd of komt uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), die wordt beheerd door IKNL. Daarnaast gebruiken we openbaar beschikbare informatie van de Transparantiekalender, die beschikbaar is via Zorginzicht.nl.
Behandelingen en de resultaten ervan
Het ziekenhuis doet het voldoende als we kijken naar behandelingen en de resultaten ervan.
Het aantal behandelingen in het LUMC is voldoende. De uitvoering van de zorg is daar goed. De uitkomsten van de zorg voor patiënten met slokdarmkanker die kunnen worden genezen is goed. De uitkomsten van de zorg voor patiënten met maagkanker die kunnen worden genezen is goed. In het LUMC zijn de uitkomsten van de zorg aan mensen die bij diagnose uitgezaaide kanker hadden goed.
Slokdarmkanker kan genezend worden behandeld door verwijdering van de slokdarm (buismaagoperatie) of door een combinatie van chemotherapie (medicijnen) en radiotherapie zonder of met slokdarmoperatie of door chemotherapie (medicijnen) gevolgd door een slokdarmoperatie.
Soms wordt besloten om deze behandelingen toch niet te doen, bijvoorbeeld omdat de kans op complicaties en gevolgen van de behandeling voor de patiënt zo groot zijn, dat deze dit risico niet wil nemen. Bij deze afweging speelt de (soms geringe) kans op genezing een belangrijke rol.
Soms wordt een tumor in een heel vroeg stadium ontdekt en kan er een endoscopische verwijdering plaatsvinden (EMR/ESD). Dan kunnen de slokdarm en maag worden behouden.
Operaties
Het LUMC deed in de periode 2019-2021 gemiddeld 39,7 operaties voor slokdarmkanker per jaar, hiervan waren er 99,2% in opzet genezend. Het landelijk gemiddelde was 50,0 operaties, waarvan 99,6% in opzet genezend.
Slokdarmkanker kan na een eerdere behandeling terugkomen. Soms kan er dan een operatie plaatsvinden, dit heet een salvage-operatie. Deze operaties zijn complexer en kunnen meer complicaties geven. Ze worden niet vaak gedaan en niet door alle ziekenhuizen. In heel Nederland werden er in 2019-2021 gemiddeld 22 operaties per jaar gedaan. Daarvan voerde het LUMC er gemiddeld 3,0 uit.
Andere behandelingen
Het LUMC gaf in de periode 2019-2021 gemiddeld 77,7 patiënten per jaar radiotherapie voor slokdarmkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 87,4 patiënten.
Chemotherapie kan gegeven worden bij een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het LUMC behandelde in de periode 2019-2021 56,3 patiënten per jaar met chemotherapie voor slokdarmkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 23,3 patiënten.
Van alle patiënten die in de periode 2019-2021 in het LUMC een diagnose slokdarmkanker kregen die naar verwachting te genezen was, heeft 69,9% een behandeling gekregen die een genezend doel had. Dit percentage lag binnen het gebied dat de experts definieerden als correct (60%-95%). We zien dat het LUMC patiënten die bij hen de diagnose slokdarmkanker krijgen die met genezing als doel kan worden behandeld, relatief vaak behandelen met een operatie (46,0%). Het landelijk gemiddelde was 37,5%.
Het deel van de patiënten dat niet werd behandeld of niet werd behandeld met het doel te genezen is 30,1%.
Het landelijke gemiddelde was 27,8%.
Behandeling vóór de operatie
Patiënten kunnen voorafgaand aan de operatie voor slokdarmkanker worden behandeld met chemotherapie en/of bestraling. In Nederland werd dat in de periode 2019-2021 veel toegepast. In het LUMC was dat 95,7%. Het landelijk gemiddelde is 96,9%.
Na chemoradiatie (combinatie van chemotherapie en radiotherapie) is een operatie niet altijd meer nodig. Als patiënt kun je dan kiezen om af te zien van de operatie. Het LUMC nam deel aan een wetenschappelijk onderzoek (de SANO-trial) waarin deze werkwijze werd onderzocht. Deze studie is afgerond. In afwachting van de resultaten biedt het LUMC nog steeds de mogelijkheid van ‘actief waakzaam wachten’ na een behandeling met chemotherapie en bestraling (SANO-II studie).
Type operaties
Bij operaties voor maagkanker kan gekozen worden voor verschillende technieken: compleet minimaal invasief of open. De keuze voor een techniek wordt onder andere bepaald door de plaats van de tumor en de conditie van de patiënt. Echter, chirurgen kunnen ook zelf een voorkeur hebben voor een bepaalde techniek. De uitkomsten van minimaal invasieve en open operaties zijn niet verschillend.
Van alle operaties voor slokdarmkanker werd in het LUMC in de periode 2019-2021 35,2% compleet minimaal invasief uitgevoerd. Dit zijn gemiddeld 10,7 operaties per jaar (bron NKR, met mogelijk een onderschatting van het aantal operaties). In Nederland wordt gemiddeld 86,7% van de operaties voor slokdarmkanker compleet minimaal invasief uitgevoerd. Dat zijn gemiddeld 35,2 operaties per jaar (bron NKR, met mogelijke een onderschatting van het aantal operaties). Deze manier van opereren is complex en niet altijd mogelijk.
Bij minimaal invasieve operaties voor slokdarmkanker kan gekozen worden voor verschillende technieken. Deze technieken verschillen in de locatie van de snedes die de chirurg maakt en de locatie waar de verbindingsnaad wordt aangelegd: in de hals of in de borstholte. De keuze voor een techniek wordt onder andere bepaald door de plaats van de tumor en de conditie van de patiënt. Echter, chirurgen kunnen ook zelf een voorkeur hebben voor een bepaalde techniek. Op dit moment is nog niet helemaal duidelijk welke techniek het beste is. Iedere techniek heeft voor- en nadelen. Bij een halsnaad is er meer kans op stenose, heesheid en naadlekkages. Bij een naad in de borstholte is er meer kans op problemen áls er een naadlekkage plaatsvindt. Laat je daarom goed informeren over de verschillende mogelijkheden.
In de periode 2019-2021 had het LUMC een voorkeur voor operaties waarbij de tumor vanuit de hals wordt benaderd en de verbindingsnaad eveneens wordt aangelegd in de hals (transhiataal, 61,5% van de operaties). Bij de overige operaties wordt de tumor vanuit de borstholte benaderd (transthoracaal) en de verbindingsnaad aangelegd in de hals (29,2% van de operaties) of de borstholte (5,2% van de operaties).
Aantal verwijderde lymfeklieren
De richtlijn zegt dat de chirurg bij een operatie minimaal 15 lymfeklieren moet verwijderen. De patholoog moet namelijk minimaal 15 lymfeklieren onderzoeken om betrouwbaar vast te kunnen stellen of de kanker is uitgezaaid naar de lymfeklieren. In de periode 2019-2021 verwijderde het LUMC 15 of meer lymfeklieren bij 88,7%
van de operaties voor slokdarmkanker. Het landelijk gemiddelde was 97.0%.
Doorlooptijd
In 2021 was in het LUMC de mediane doorlooptijd tussen diagnose en start behandeling 53 dagen voor patiënten die in het LUMC de diagnose slokdarmkanker kregen. Het landelijk gemiddelde was 38,3 dagen. Voor patiënten die na de diagnose slokdarmkanker zijn verwezen naar het LUMC vanuit een ander ziekenhuis was de mediane doorlooptijd 34 dagen. Het landelijk gemiddelde was 36,9 dagen.
Uitkomst volgens het boekje
In het LUMC had in 2020/2021 48,4% van de operaties voor slokdarmkanker een uitkomst “volgens het boekje” (textbook outcome).
Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (55,0%).
- 16,2% van de operaties voor slokdarmkanker had in 2020/2021 een gecompliceerd beloop. Het landelijk gemiddelde was 26,2%. Hierbij geldt, hoe lager het percentage, hoe beter (er is dan minder vaak een gecompliceerd beloop geweest).
- 88,7% van de operaties voor slokdarmkanker in het LUMC waren in 2020/2021 operaties met schone snijranden. Het landelijk gemiddelde was 95,1%.
- Van alle patiënten die in 2021/2022 een slokdarmkankeroperatie kregen met als doel genezing, kreeg 5,4% last van een naadlekkage.
- Het percentage patiënten dat binnen 30 dagen of in het ziekenhuis overleed na een slokdarmkankeroperatie die genezing als doel had, was in het LUMC in 2020/2021 2,7%. Het landelijk gemiddelde was ook 2,7%.
- Het percentage operaties met schone snijranden is iets lager dan het landelijk gemiddelde. Een verklaring hiervoor kan zijn dat het LUMC meer dan gemiddeld mensen met grote tumoren (T4) opereert.
- Het percentage operaties met schone snijranden is iets lager dan het landelijk gemiddelde. Een verklaring hiervoor kan zijn dat het LUMC meer dan gemiddeld mensen met grote tumoren (T4) opereert.
Overleving na operatie
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 voor slokdarmkanker zijn geopereerd in het LUMC, was twee jaar na de operatie voor slokdarmkanker LUMC 69,0% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (70,7%). Als we de overlevingscijfers corrigeren voor kenmerken van de patiënten van het LUMC, dan is de kans om te overleven vergelijkbaar met het landelijke cijfer.
Kans op terugkeer van de ziekte
De kans dat de slokdarmkanker terugkomt na een operatie hiervoor in het LUMC hebben we gecorrigeerd voor kenmerken van de patiënten die daar in de periode 2015-2016 zijn geopereerd voor slokdarmkanker. Na deze correctie was de kans op terugkeer van de ziekte vergelijkbaar met het landelijke cijfer.
Overleving na terugkeer van de ziekte
Van het aantal mensen dat in het LUMC in de periode 2015-2016 geopereerd is voor slokdarmkanker of voor maagkanker én bij wie de kanker na de operatie is teruggekeerd (recidief), was één jaar na het recidief 40,0%
nog in leven. Het landelijk gemiddelde na één jaar was 21,4%.
Wanneer de kanker zich heeft verspreid in het lichaam, is een genezende behandeling vaak niet meer mogelijk en richt de behandeling zich op levensverlenging, het verminderen van de klachten en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Chemotherapie, radiotherapie en doelgerichte therapie zijn behandelopties voor uitgezaaide slokdarmkanker.
Operaties
Het LUMC voerde in de periode 2019-2021 gemiddeld per jaar 0,3 palliatieve resecties uit voor slokdarmkanker. Dat was gemiddeld 0,8% van alle slokdarmkankeroperaties. Hierbij wordt (een deel van) de slokdarm verwijderd waarbij het doel niet is om de patiënt te genezen. Dit is soms een mogelijkheid als de kanker zich heeft verspreid door het lichaam, maar ook wanneer de tumor niet volledig te verwijderen is. Het landelijk gemiddelde was 0,2 resecties. Dit was gemiddeld 0,4% van alle slokdarmkankeroperaties.
Andere behandelingen
Radiotherapie kan gegeven worden als onderdeel van een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het LUMC gaf in de periode 2019-2021 gemiddeld 77,7 patiënten per jaar radiotherapie voor slokdarmkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 87,4 patiënten.
Chemotherapie kan gegeven worden bij een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het LUMC behandelde in de periode 2019-2021 56,3 patiënten per jaar met chemotherapie voor slokdarmkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 23,3 patiënten.
Her2Neu-test voor start systemische therapie
De richtlijn geeft aan dat als iemand voor uitgezaaide maag- of slokdarmkanker behandeld gaat worden met chemotherapie bestaande uit twee of drie middelen (doublet- of triplet-therapie), een Her2Neu-test moeten plaatsvinden om te bepalen of toedienen van het middel trastuzumab bij de chemotherapie beter werkt. Van alle mensen die in de periode 2019-2021 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en in het LUMC zijn behandeld met doublet- of triplet-therapie is bij 93,3% een Her2Neu-test uitgevoerd. Dat aantal was hoger dan het landelijk gemiddelde van 90,6%. Het LUMC heeft minder dan 30 (namelijk 17) patiënten behandeld met doublet- of triplet-therapie bij uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen. Het LUMC behandelt ook mensen die pas later uitgezaaide kanker krijgen. Dit betekent dat zij in praktijk meer mensen met uitgezaaide kanker behandelen met doublet- en triplet-therapie dan de hier genoemde 17.
Behandeling met systemische therapie
In het LUMC kregen in de periode 2019-2021 per jaar gemiddeld 20,3
mensen de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker. Hiervan kreeg 32,8%
systemische therapie. Dit was bijna altijd chemotherapie, eventueel aangevuld met immuuntherapie of doelgerichte therapie. Dat percentage was hoger dan de 20% die experts aangaven als minimum.
Tweedelijnsbehandeling met systemische therapie
Soms worden patiënten een tweede keer behandeld met chemotherapie of doelgerichte therapie (tweedelijnsbehandeling met systemische therapie). Uit studies blijkt dat patiënten uit ziekenhuizen die vaker een tweede behandeling geven, een betere overleving hebben. Van alle mensen die in de periode 2015-2016 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen waarvoor ze al een eerste systemische behandeling hadden gehad in het LUMC, werd 5,6% van de patiënten een tweede keer behandeld met chemotherapie of doelgerichte therapie. Het landelijk gemiddelde was 30,7%. LUMC heeft in de periode 2015-2016 minder dan 30 patiënten behandeld die de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen waarvoor ze al een eerste keer met chemotherapie of doelgerichte therapie waren behandeld. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen.
Relatieve overleving na diagnose in het LUMC
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 in het LUMC de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen was na één jaar 20,4% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (22,4%).
Overleving na systemische behandeling
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en hiervoor systemische behandeling kregen in het LUMC was één jaar na de behandeling 49,0% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (42,3%).
Maagkanker kan genezend worden behandeld door verwijdering van de maag of door een combinatie van chemotherapie (medicijnen) en een operatie.
Soms wordt besloten om deze behandelingen toch niet te doen, bijvoorbeeld omdat de kans op complicaties en gevolgen van de behandeling voor de patiënt zo groot zijn, dat deze dit risico niet wil nemen. Bij deze afweging speelt de (soms geringe) kans op genezing een belangrijke rol.
Operaties
Het LUMC deed in de periode 2020-2021 gemiddeld 26,3 operaties voor maagkanker per jaar, hiervan waren er 94,9% in opzet genezend. Het landelijk gemiddelde was 26,5 operaties, waarvan 95,9% in opzet genezend.
Andere behandelingen
Radiotherapie kan gegeven worden als onderdeel van een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het LUMC gaf in de periode 2019-2021 gemiddeld 6,3 patiënten per jaar radiotherapie voor maagkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 5,1 patiënten.
Chemotherapie kan gegeven worden bij een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het LUMC behandelde in de periode 2019-2021 11,7 patiënten per jaar met chemotherapie voor maagkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 6,3 patiënten.
Van alle patiënten die in de periode 2019-2021 in het LUMC een diagnose maagkanker kregen die in theorie te genezen was, heeft 87,5% een behandeling gekregen die in opzet een genezend doel had. Dit percentage lag binnen het gebied dat de experts definieerden als correct (60%-95%).
Behandeling vóór de operatie
Patiënten kunnen voorafgaand aan de maagkankeroperatie worden behandeld met chemotherapie. In het LUMC gebeurde dat in de periode 2019-2021 bij 55,7% van de maagkankeroperaties. Het landelijk gemiddelde was 65,7%.
Type operaties
Bij operaties voor maagkanker kan gekozen worden voor verschillende technieken: compleet minimaal invasief of open. De keuze voor een techniek wordt onder andere bepaald door de plaats van de tumor en de conditie van de patiënt. Echter, chirurgen kunnen ook zelf een voorkeur hebben voor een bepaalde techniek. De uitkomsten van minimaal invasieve en open operaties zijn niet verschillend.
Van alle operaties voor maagkanker in het LUMC werd in de periode 2019-2021 48,9% compleet minimaal invasief uitgevoerd. Dit zijn gemiddeld 15,0 operaties per jaar (bron NKR, met mogelijk een onderschatting van het aantal operaties). In Nederland werd gemiddeld 83,0% van de operaties voor maagkanker compleet minimaal invasief uitgevoerd. Dat zijn gemiddeld 22,6 operaties per jaar (bron NKR, met mogelijk een onderschatting van het aantal operaties). Deze manier van opereren is complex en niet altijd mogelijk.
Behandeling ná de operatie
Patiënten kunnen ook ná de operatie worden behandeld met chemotherapie. Niet alle patiënten komen hier na de operatie nog aan toe. Van alle patiënten die in het LUMC in de periode 2019-2021 een maagkankeroperatie hebben gehad, heeft 49,1% chemotherapie na de operatie gekregen. Het landelijk gemiddelde was 52,3%. Het ziekenhuis neemt deel aan de CRITICS-II studie. In deze studie wordt onderzocht wat de waarde is van verschillende behandelingen vóór de operatie. Er wordt dan geen behandeling meer gegeven ná de operatie. Als een ziekenhuis dus meedoet met deze studie, is het percentage patiënten met chemotherapie na de operatie lager.
Aantal verwijderde lymfeklieren
De richtlijn zegt dat de chirurg bij een operatie minimaal 15 lymfeklieren moet verwijderen. De patholoog moet minimaal 15 lymfeklieren onderzoeken om betrouwbaar vast te kunnen stellen of de kanker is uitgezaaid naar de lymfeklieren. In de periode 2019-2021 verwijderde het LUMC 15 of meer lymfeklieren bij 88,2% van de operaties voor maagkanker. Het landelijk gemiddelde was 92,9%.
Doorlooptijd
In 2021 was in het LUMC de mediane doorlooptijd tussen diagnose en start behandeling 16,5 dagen voor patiënten die in het LUMC de diagnose maagkanker kregen. Het landelijk gemiddelde was 43,6 dagen.
Voor patiënten die na de diagnose maagkanker zijn verwezen naar het LUMC was de mediane doorlooptijd 40 dagen. Het landelijk gemiddelde was 48,2 dagen.
Uitkomst volgens het boekje
In het LUMC had in 2020/2021 51,6% van de operaties voor maagkanker een uitkomst “volgens het boekje” (textbook outcome). Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (56,5%).
- 12,9% van de operaties voor maagkanker had in 2020/2021 een gecompliceerd beloop. Het landelijk gemiddelde was 18,3%. Hierbij geldt, hoe lager het percentage, hoe beter (er is dan minder vaak een gecompliceerd beloop geweest).
- 90,0% van de operaties voor maagkanker in het LUMC waren in 2020/2021 operaties met schone snijranden. Het landelijk gemiddelde was 93,7%.
- Van alle patiënten die in 2021/2022 een maagkankeroperatie kregen met als doel genezing, kreeg 0% last van een naadlekkage.
- Het percentage patiënten dat binnen 30 dagen of in het ziekenhuis overleed na een maagkankeroperatie die genezing als doel had, was in het LUMC in 2020/2021 2,7%. Het landelijk gemiddelde was 3,3%.
Overleving na operatie
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 voor maagkanker zijn geopereerd in het LUMC, was twee jaar na de operatie 65,4% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (69,6%).
Als we de overlevingscijfers corrigeren voor kenmerken van de patiënten van het LUMC, dan is de kans om te overleven vergelijkbaar met het landelijke cijfer.
Kans op terugkeer van de ziekte
De kans dat de maagkanker terugkomt na een operatie hiervoor in Het LUMC is gecorrigeerd voor kenmerken van de patiënten die daar in de periode 2015-2016 zijn geopereerd voor maagkanker. Na deze correctie was de kans op terugkeer van de ziekte vergelijkbaar met het landelijke cijfer.
Overleving na terugkeer van de ziekte
Van het aantal mensen dat in het LUMC in de periode 2015-2016 geopereerd is voor maagkanker of voor slokdarmkanker én bij wie de kanker na de operatie is teruggekeerd (recidief), was één jaar na het recidief 40,3% nog in leven. Het landelijk gemiddelde na één jaar was 21,4%
Wanneer de kanker zich heeft verspreid in het lichaam, is een genezende behandeling vaak niet meer mogelijk en richt de behandeling zich op levensverlenging, het verminderen van de klachten en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Bij uitgezaaide maagkanker kan dan soms een operatie de klachten verminderen. Chemotherapie, radiotherapie en doelgerichte therapie zijn andere behandelopties voor uitgezaaide maagkanker.
Operaties
Het LUMC voerde in de periode 2019-2021 gemiddeld per jaar 0,7 palliatieve resecties per jaar uit voor maagkanker. Dat was gemiddeld 0,8% van alle maagkankeroperaties. Hierbij wordt (een deel van) de maag verwijderd waarbij het doel niet is om de patiënt te genezen. Dit is soms een mogelijkheid als de kanker zich heeft verspreid door het lichaam, maar ook wanneer de tumor niet volledig te verwijderen is. Het landelijk gemiddelde was 0,8 resecties. Dit was gemiddeld 3,1% van alle maagkankeroperaties.
Andere behandelingen
Radiotherapie kan gegeven worden als onderdeel van een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het LUMC gaf in de periode 2019-2021 gemiddeld 6,3 patiënten per jaar radiotherapie voor maagkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 5,1 patiënten.
Chemotherapie kan gegeven worden bij een genezende behandeling, en ook als de ziekte al verspreid is. Het LUMC behandelde in de periode 2019-2021 11,7 patiënten per jaar met chemotherapie voor maagkanker als onderdeel van de eerste behandeling. Het landelijk gemiddelde was 6,3 patiënten.
Her2Neu-test voor start systemische therapie
De richtlijn geeft aan dat als iemand voor uitgezaaide maag- of slokdarmkanker behandeld gaat worden met chemotherapie bestaande uit twee of drie middelen (doublet- of triplet-therapie), een Her2Neu-test moeten plaatsvinden om te bepalen of toedienen van het middel trastuzumab bij de chemotherapie beter werkt. Van alle mensen die in de periode 2019-2021 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en in het LUMC zijn behandeld met doublet- of triplet-therapie is bij 93,3% een Her2Neu-test uitgevoerd. Dat aantal was hoger dan het landelijk gemiddelde van 90,6%. Het LUMC heeft minder dan 30 (namelijk 17) patiënten behandeld met doublet- of triplet-therapie bij uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen. Het LUMC behandelt ook mensen die pas later uitgezaaide kanker krijgen. Dit betekent dat zij in praktijk meer mensen met uitgezaaide kanker behandelen met doublet- en triplet-therapie dan de hier genoemde 17.
Behandeling met systemische therapie
In het LUMC kregen in de periode 2019-2021 per jaar gemiddeld 20,3 mensen de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker. Hiervan kreeg 32,7% systemische therapie. Dit was bijna altijd chemotherapie, eventueel aangevuld met immuuntherapie of doelgerichte therapie. Dat percentage was hoger dan de 20% die experts aangaven als minimum.
Tweedelijnsbehandeling met systemische therapie
Soms worden patiënten een tweede keer behandeld met chemotherapie, doelgerichte therapie of immunotherapie (tweedelijnsbehandeling met systemische therapie). Uit studies blijkt dat patiënten uit ziekenhuizen die vaker een tweede behandeling geven, een betere overleving hebben. Van alle mensen die in de periode 2015-2016 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen waarvoor ze al een eerste systemische behandeling hadden gehad in het LUMC, werd 5,6% van de patiënten een tweede keer behandeld met chemotherapie of doelgerichte therapie. Het landelijk gemiddelde was 30,7%. Het LUMC heeft in de periode 2015-2016 minder dan 20 patiënten behandeld die de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen waarvoor ze al een eerste keer met chemotherapie of doelgerichte therapie waren behandeld. Daarom is het lastig een betrouwbaar percentage te berekenen.
Relatieve overleving na diagnose in het LUMC
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 in het LUMC de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen was na één jaar 20,4% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (22,4%).
Overleving na systemische behandeling
Van alle mensen die in de periode 2016-2020 de primaire diagnose uitgezaaide slokdarmkanker of maagkanker kregen en hiervoor systemische behandeling kregen in het LUMC was één jaar na de behandeling 49,0% nog in leven. Dit was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (42,3%).
De manier waarop een ziekenhuis de diagnose stelt en behandeling uitvoert, kan verschillen tussen ziekenhuizen. In dit onderdeel beschrijven we dat. Ook de resultaten van de zorg kunnen verschillen, zoals het aantal complicaties of de overleving. Wij denken dat sommige verschillen te maken hebben met expertzorg.
We gebruiken verschillende soorten informatie voor dit kenmerk. De ziekenhuizen in deze keuzehulp delen deze informatie vrijwillig met ons. De informatie wordt door het ziekenhuis zelf aangeleverd of komt uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), die wordt beheerd door IKNL. Daarnaast gebruiken we openbaar beschikbare informatie van de Transparantiekalender, die beschikbaar is via Zorginzicht.nl.
Zorgaanbod
Het LUMC doet het heel goed op het gebied van het zorgaanbod voor mensen met slokdarmkanker of maagkanker. Het aanbod van de medisch specialistische zorg in het LUMC is heel goed. Het aanbod van de ondersteunende zorg en nazorg in het LUMC is heel goed. Het MDO is heel goed geregeld voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker.
Zorgaanbod | Aanwezig | Toelichting |
Kernzorg | ||
Barrett centrum | ||
Pathologie | ||
Klinische genetica | ||
Nucleaire geneeskunde | ||
ESD/EMR | ||
Chirurgie | Doen operaties voor zowel slokdarmkanker als maagkanker. | |
Radiotherapie | Heeft een eigen radiotherapieafdeling en voor protonentherapie werkt het LUMC samen met het HPTC in Delft. Een radiotherapeut die daar werkt, werkt ook 1 dag per week in het LUMC. | |
Interventieradiologie | 4 interventieradiologen doen behandeling van slokdarmkanker en maagkanker | |
Chemotherapie | ||
Andere niet-chirurgische behandelmethoden | Het plaatsen van een stent | |
Kern intensive care |
Zorgaanbod | Aanwezig | Toelichting |
Ondersteunende zorg en nazorg | ||
Diëtist | De diëtist is gespecialiseerd in slokdarmkanker en maagkanker | |
Psychosociale zorg (in oncologie gespecialiseerde psycholoog, medisch maatschappelijk werk, etc.) | Het LUMC beschikt over een afdeling psycho-oncologie | |
Oncologische revalidatie | Intensieve samenwerking met oncologische revalidatiecentrum Basalt in Leiden/regio | |
Zorg voor mensen met uitgezaaide ziekte | Er is nauwe samenwerking met een palliatief team. | |
Zorg voor ouderen | Geriater is betrokken bij patiënten met maag- of slokdarmkanker. Mensen die 70 jaar of ouder zijn en in de screening scoren, worden doorverwezen naar de geriater. | |
AYA-zorg | AYA-poli in eigen huis. Zorg inzake fertiliteit. | |
Klinisch arbeidsgeneeskundige | ||
Lotgenotencontact | Jaarlijks wordt in samenwerking met de regio een patiëntendag georganiseerd en er zijn initiatieven voor lotgenotencontact |
Zorgaanbod | Aanwezig | Toelichting |
Organisatie van multidisciplinaire zorg | ||
Lokaal MDO (in eigen ziekenhuis) | In een MDO specifiek voor patiënten met slokdarmkanker en maagkanker worden in het LUMC 1 keer per week slokdarmkanker en maagkankerpatiënten besproken. Het is een gespecialiseerd MDO. | |
Is standaard dezelfde patholoog aanwezig bij het MDO? | Deze patholoog is gespecialiseerd in maagkanker en slokdarmkanker | |
Is standaard dezelfde radiotherapeut aanwezig bij het MDO? | Deze radiotherapeut is gespecialiseerd in maagkanker en slokdarmkanker. | |
Is standaard dezelfde nucleair geneeskundige aanwezig bij het MDO? | ||
Regionaal MDO | Patiënten worden (ook) buiten het ziekenhuis in een regionaal MDO (met experts) besproken. Het LUMC is voorzitter van het wekelijks regionaal MDO maag- en slokdarmkanker en is 24/7 bereikbaar voor consultatie op afstand. | |
Immuno-MDO | Patiënten worden (ook) besproken in een immuno-MDO. | |
Overige informatie over inrichting van het MDO | Er is een keer per maand een MDO psychosociale zorg. | |
Opvang bij complicaties buiten het ziekenhuis | Alle betrokken poortspecialisten zijn 24/7 bereikbaar. Bij ontslag krijgen patiënten hier informatie over. | |
Aanvullende informatie over organisatie van zorg | Poli voor nieuwe patiënten met maag of slokdarmkanker (zij zien alle betrokken disciplines in hetzelfde consult) |
Bij dit kenmerk kijken wij of een ziekenhuis alle benodigde zorg zelf aanbiedt of dat het ziekenhuis voor sommige zorg samenwerkt met een ander ziekenhuis. Als een ziekenhuis alles zelf aanbiedt, vinden wij dat een teken van expertzorg. Dan werken de zorgverleners van verschillende afdelingen makkelijker als één team. Ook kunnen zij makkelijker en sneller onderling overleggen over patiënten. De patiënt kan dan alle zorg in één ziekenhuis krijgen. Ook staan alle medische gegevens van de patiënt bij elkaar in één patiëntendossier. Niet alle ziekenhuizen kunnen alle zorg bieden: sommige zorg is maar in een paar ziekenhuizen. Bijvoorbeeld artsen die de erfelijkheid van kanker onderzoeken, werken alleen in academische ziekenhuizen en het AVL. Wij vinden het belangrijk dat het ziekenhuis voor deze zorg goed samenwerkt met andere ziekenhuizen.
We gebruiken verschillende soorten informatie voor dit kenmerk. De ziekenhuizen in deze keuzehulp delen deze informatie vrijwillig met ons. Een deel van de informatie wordt door het ziekenhuis zelf aangeleverd. Daarnaast gebruiken we openbaar beschikbare informatie van de Transparantiekalender, die beschikbaar is via Zorginzicht.nl.
Ervaringen van patiënten
De Waarderingsscore voor het LUMC bij zorg voor patiënten met slokdarmkanker of maagkanker is heel goed.
31 patiënten met slokdarmkanker of maagkanker deelden hun ervaring over het LUMC in 2022-2023. Zij waarderen artsen, verpleegkundig specialisten en oncologie-verpleegkundigen van het LUMC als heel goed. En andere medewerkers als voldoende. Zij waarderen hun vaste aanspreekpunt en samen beslissen als heel goed. En het maken van afspraken als goed. Zij waarderen hulp en steun van het LUMC als goed. De Waarderingsscore voor het aanraden van dit ziekenhuis aan anderen is heel goed.
Het aantal genoemde verbeterpunten per onderwerp was laag. Daarom noemen we hier geen onderwerpen voor verbetering.
Patiënten geven een compliment over de volgende onderwerpen:
- Deskundigheid/expertise van zorgverleners
- Kwaliteit van behandeling en zorg
- Bejegening/toewijding van zorgmedewerkers naar patiënt en naasten
- Algemeen
We hebben patiënten gevraagd naar hun ervaringen met de artsen, verpleegkundig specialisten, oncologie-verpleegkundigen en andere medewerkers.
Patiënten gaven dit onderdeel een gemiddeld cijfer van 9,2.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 76. Dit is heel goed.
Artsen
Patiënten gaven artsen een gemiddeld cijfer van 9,3.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 80. Dit is heel goed.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten gaven:
- Deskundigheid: 9,4
- Serieus genomen worden: 9,4
- Tijd die ze voor je hadden: 9,2
- Vriendelijkheid: 9,3
- Gesteund voelen: 9,3
- Aandacht voor uw naaste: 8,9
Patiënten gaven verpleegkundig specialisten en oncologieverpleegkundigen een gemiddeld cijfer van 9,2.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 79. Dit is heel goed.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten gaven:
- Deskundigheid: 9,2
- Serieus genomen worden: 9,2
- Tijd die ze voor je hadden: 9,2
- Vriendelijkheid: 9,4
- Gesteund voelen: 9,2
- Aandacht voor uw naaste: 8,9
Andere medewerkers van het ziekenhuis
Patiënten gaven andere medewerkers van het ziekenhuis een gemiddeld cijfer van 8,9.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 59. Dit is voldoende.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten gaven:
- Samenwerking tussen de medewerkers in het ziekenhuis: 8,7
- Vriendelijkheid overige medewerkers: 9,0
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 83. Dit is heel goed.
Patiënten gaven hun vaste aanspreekpunt voor tevredenheid: 9,3
Het gemiddelde cijfer dat patiënten hun vaste aanspreekpunt gaven: 9,0
Een groot deel van de patiënten gaf aan een vast aanspreekpunt te hebben: 97%.
Wie is het vaste aanspreekpunt voor patiënten:
- Een oncologie-verpleegkundige: 17%
- Een arts: 33%
- Een verpleegkundig specialist: 47%
- Iemand anders: 3%
Een vast aanspreekpunt heeft verschillende taken.
Patiënten geven deze cijfers voor taken van het vaste aanspreekpunt:
- Overzicht over de ziekte: 9,3
- Hulp geven: 9,3
- Hulp geven aan familie of partner: 9,0
- Kennen van patiënt als persoon: 8,9
- Makkelijk bereikbaar zijn: 8,5
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 71. Dit is goed.
Patiënten gaven voor hun tevredenheid over de planning van hun afspraken een 8,7.
Een deel van de patiënten gaf aan:
- Afspraken worden op één dag gepland, als dat medisch kan: 79%
- Bij afspraken wordt aan dagen en tijden gedacht die goed uitkomen: 79%
- Afspraken kunnen op afstand. bijvoorbeeld via beeldbellen of telefoon: 75%
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 84. Dit is heel goed.
Het gemiddelde cijfer dat patiënten gaven:
- Vertrouwen dat alle mogelijke behandelingen besproken zijn: 9,2
- Tevredenheid over de hulp bij de keuze voor een behandeling: 9,2
Met een deel van de patiënten is gesproken over:
- Kansen op langer leven en/of beter worden: 97%
- Minder last krijgen van klachten: 89%
- Bijwerkingen en problemen door de behandeling: 87%
- Gevolgen die lang duren of pas later ontstaan: 87%
- De mogelijkheid om te kiezen voor ‘niet meer behandelen’: 81%
- Wat ze belangrijk vinden in het leven: 82%
We hebben patiënten gevraagd naar hun ervaringen met vragenlijsten over hun gezondheid, het aangeboden krijgen van professionele hulp bij problemen en het aangeboden krijgen van informatie over patiëntenorganisatie en inloophuis voor mensen met kanker.
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 60. Dit is goed.
Gebruik van vragenlijsten over gezondheid
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 65. Dit is goed.
Veel ziekenhuizen gebruiken vragenlijsten die inzicht geven hoe patiënten zelf hun gezondheid ervaren. Daar staan bijvoorbeeld vragen in over moe zijn, pijn hebben, somber zijn, angst hebben of problemen met de concentratie.
Wanneer een ziekenhuis structureel gebruik maakt van dit soort vragenlijsten is dit een goed startpunt om te praten over de persoonlijke behoefte van de patiënt.
Van alle respondenten gaf 75% aan een vragenlijst te hebben ontvangen.
Van alle respondenten die aangeven een vragenlijst te hebben ingevuld, gaf 35%
aan dat de resultaten hiervan met hen besproken zijn.
Het gemiddelde cijfer wat patiënten dit gesprek gaven: 9,3
Problemen door kanker en professionele hulp
Sommige patiënten wilden professionele hulp voor problemen. Wij laten hier de problemen zien als minimaal 20% van de patiënten aangaf voor dit probleem hulp te willen én dit minimaal 5 patiënten waren:
- Lichamelijke problemen zoals pijn of vermoeidheid (38%)
- Problemen met eten, drinken en/of gewicht (57%)
Van de mensen die graag professionele hulp wilden, kreeg een gedeelte deze hulp van het LUMC of werd hiervoor verwezen:
- Lichamelijke problemen zoals pijn of vermoeidheid (40%)
- Problemen met eten, drinken en/of gewicht: (100%)
Contact met andere mensen met kanker (lotgenoten)
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 55. Dit is voldoende.
Een deel van de patiënten gaf aan dat dit werd aangeboden:
- Informatie over een patiëntenorganisatie: 81%
- Informatieavonden: 50%
- Contact met een buddy: 17%
- Informatie over een inloophuis voor mensen met kanker: 29%
Omgerekend heeft dit onderdeel een Waarderingsscore van 87. Dit is heel goed.
Patiënten geven als antwoord op de vraag of ze het LUMC aanraden een 9,3.
Wat nog beter kan
Het aantal genoemde verbeterpunten per onderwerp was laag. Daarom noemen we hier geen onderwerpen voor verbetering.
Complimenten
93,5% (29 van de 31 mensen) gaf een compliment.
Patiënten gaven een compliment over de volgende onderwerpen:
- Deskundigheid/expertise van zorgverleners
- Kwaliteit van behandeling en zorg
- Bejegening/toewijding van zorgmedewerkers naar patiënt en naasten
- Algemene onderwerpen
We hebben de patiënten die onder behandeling of controle zijn in het ziekenhuis gevraagd naar hun ervaringen met de zorg in het ziekenhuis. Zij hebben hun ervaring ingevuld via een online-vragenlijst, de NFK-PREM Oncologie & Netwerkzorg. Zij delen hun ervaring en geven hun mening over het ziekenhuis over de volgende onderwerpen: tevredenheid over de zorgverleners, een vast aanspreekpunt, het maken van afspraken, samen beslissen en hulp en steun bij de ziekte. Ook geven ze aan of zij het ziekenhuis aan anderen aanbevelen.
Geef ons feedback
Help mee de Ziekenhuiskeuzehulp te verbeteren.
Deel in 5 minuten jouw mening.